Ontmaagdingen en ontboezemingen
Serieuze ontwikkelingsprojecten worden afgesloten met een uitgebreide eindevaluatie. De in- en output worden vergeleken en er vindt ‘verantwoording aan de donoren’ plaats. Zijn de doelstellingen behaald en wat waren de ‘neveneffecten van de interventie’? Was er sprake van ‘draagvlak vergroting’, ‘capaciteitsversterking’ en ‘emancipatie en disseminatie ten behoeve van de doelgroep’??
Nu waren onze eerdere nieuwsbrieven niet altijd even serieus; op de werkvloer hebben we ons als ‘ontwikkelingswerkers’ verantwoordelijk gedragen. Daarom toch enige reflecties. En wees gerust, geheel in de intussen fameuze Eef & Frik style, zal zelfs een grapje niet ontbreken.
Terugkijkend op het afgelopen jaar krijgen we allebei een glimlach op het gezicht. Het was een jaar waarin we intens geleefd hebben. We hebben genoten van het leven in Ghana, het werken in het ziekenhuis en het samen delen van deze ervaringen.
Eef over het werk
Het mooie van al die Eerste Keren is dat je heel veel leert. Talloze keren bevond ik me in een situatie waarin ik me nog niet eerder had bevonden. Stond ik daar ineens een groep dorpelingen uit te leggen dat je geen HIV kan krijgen door tongzoenen. Leerde ik een kind dat nog nooit een pen had vastgehouden de letter A schrijven. En die keer dat een patiënt hysterisch en met suïcidale neigingen reageerde op de door mij meegedeelde positieve testuitslag. Deze ervaringen hebben me gesterkt en laten zien dat ik flexibel ben. Dat je me waar dan ook op de wereld kan neerzetten en dat ik me wel red.
Maar, alle begin is moeilijk. Ik herinner mij hoe lastig het in het begin was om mijn plek in het ziekenhuis te vinden. Ook anderen konden me niet goed plaatsen. Ik was geen dokter of verpleegkundige. Wat dan wel? De vrouw van dokter Frikke…maar voor die titel had ik niet naar Ghana hoeven af te reizen. De HIV/AIDS counsellors workshop, een berg aan assertiviteit en een portie geduld bewerkstelligden een doorbraak. Inmiddels denkt iedereen in het ziekenhuis als ze mij zien ‘AIDS!’, wat in dit geval werkelijk positief is. Behalve het werken als HIV/AIDS programma assistent, was ik ook werkzaam als antropoloog. Het goed kunnen inschatten van hiërarchische machtsstructuren en de benodigde (diplomatieke) toenaderingswijzen, en het bouwen van bruggen tussen verschillende mensen en ziekenhuis afdelingen zijn bijvoorbeeld typisch antropologenwerk. Ook het uitwerken van een holistische visie op HIV/AIDS preventie strategieën past goed in dat straatje. En dagelijks kunnen waarnemen welke culturele instrumenten mensen inzetten om met een bepaalde ziekte om te gaan, doet een antropologenhart sneller kloppen.
Door een tijd ver weg van de Hollandse piepers, je vrienden en alles wat vertrouwd is te verblijven, word je flink op jezelf teruggeworpen. De existentiële levensvragen komen vaker in je boven en je groeit met de dag. Dat alles gaat met horten en stoten. Ik kwam er achter dat ik werken met kinderen leuk vind, en dat ik op de werkvloer goed met mensen -ook uit een totaal andere cultuur- kan samenwerken. Dat ik een goede hulpverlener ben. Ik heb een grote behoefte aan uitdagingen, wil continu blijven leren en vind routine vrij snel saai. Ik merk dat ik me nog steeds verbaas over het gemak waarmee mensen glashard kunnen liegen en ik kan slecht tegen personen die hun woorden niet na komen. Ik kan intens genieten van een geitje bij mijn huis of een mango vers van de boom. Dat zijn mooie vondsten over mezelf.
Met mijn verblijf in Ghana wilde ik ook (let op, hier komt een doelstelling!) een betere indruk krijgen van ontwikkelingswerk in de praktijk. Zoals altijd heeft de praktijk een ander gezicht dan de theorie. Na verscheidene cursussen ‘duurzame ontwikkeling’ in Nederland waarin doelgroepparticipatie, lange termijn visies en kennis uitwisseling de sleutelwoorden vormden, bleken ook mijn collega’s in het Zuiden zich van hetzelfde idioom te bedienen. Het succes (en mislukken) wat betreft de praktische uitvoering van een project blijkt ‘m, mijn inziens, vooral te zitten in subtiele zaken. Vaak loopt het niet spaak door onervarenheid of gebrek aan kennis of geld. Het is eerder een miscommunicatie, een foutje in de planning of het gebrek aan ruimte om elkaar op zwakke plekken te duiden. Ik zou dit met een waslijst aan voorbeelden kunnen illustreren, maar laat ik er één kiezen, dat van ‘het oranje koffertje’.
Tijdens de drukke HIV/AIDS kliniek komt de directrice van de lokale ontwikkelingsorganisatie World Vision met zes grote dozen aangesjouwd. De dozen zitten vol met vijftig knaloranje support koffertjes. De koffertjes zijn bedoeld als steuntje in de rug voor de allerarmste AIDS patiënten en zijn gevuld met watten, diaree remmers, anti-schimmelzalf, een grote pot vaseline, een zaklamp, pen en schrijfblok en nog wat andere frutsels. De koffertjes zullen tijdens een officiële bijeenkomst aan de patiënten worden overhandigd, waarbij foto’s gemaakt zullen worden zodat de donors zeker weten dat hun geld goed besteed is. Ik zal eens vertellen hoe het ‘t koffertje verging.
Een meer afgestemde inhoud van het koffertje, uitleg hierover aan de patiënten, een betere selectie van de patiënten en een controle vanuit World Vision op de uitgifte, zijn factoren die het oranje koffertje tot een succes hadden kunnen maken. En dit zijn zaken die geen sloten met geld kosten. Het gaat om communicatie, planning en bereidwilligheid van alle participanten in het proces.
Bovenstaande geeft mijn opgedane indruk van de ontwikkelingshulp in de praktijk in Ghana weer. Het is geen betoog om de gehele ontwikkelingshulp stop te zetten! Het is meer om aan te geven dat veel projecten toe kunnen met minder geld en meer management. Ghana is een arm land, maar ondertussen gaat de aftredende president naar zijn huizen met zes nieuwe auto’s. Tegelijkertijd heb ik ook niet de Gouden Sleutel voor succes, maar het zien en uitproberen van verschillende sleuteltjes in het afgelopen jaar was een buitengewoon leuk proces.
Dr. Frik over het werk
Ook ik heb lekker kunnen sleutelen het afgelopen jaar. Niet alleen aan baarmoeders, maar ook aan mijn vaardigheden als arts en mijn verwachtingen van het dokterswerk in een tropisch land. Eén van de voor mij positieve verrassingen was dat het medische vak, meer dan ik had verwacht, ‘besmet’ wordt met invloeden uit andere vakgebieden. De invloed van lokale en globale politiek, culturele opvattingen en sociale structuren was in Ghana voor mij veel duidelijker aanwezig dan in Nederland. Omdat ik een product ben van de Nederlandse maatschappij en hierin veel als vanzelfsprekend beschouw, maar ook omdat er in Ghana minder afstand is tussen het besturen van het ziekenhuis en het dokterswerk zelf.
Maar natuurlijk was het niet allemaal precies hetzelfde als in landelijk Drenthe. Daar zijn bijvoorbeeld geen palmbomen. En in Agogo gaan er veel meer mensen dood om domme dingen, zoals ongeïnteresseerdheid of onwetendheid. Of doordat iets toevallig óp is of niet aanwezig in een straal van honderd kilometer, of omdat de patiënt het geld niet heeft. Het is roeien met de riemen die je hebt. Ook wat betreft je eigen mogelijkheden. Je wordt geacht van alle vakgebieden veel te weten (of die indruk te wekken), omdat er geen specialist is die je om hulp kan vragen. Je hebt meer verantwoordelijkheden, maar minder supervisie. De ziektebeelden die je ziet zijn soms bizar uit de kluiten gewassen. Je hebt te maken met culturele verschillen in de omgang met en betekenis van ziekte en dood, waarvan ik persoonlijk ook heb kunnen leren. Het acceptatie vermogen en de veerkracht van de mensen hebben diepe indruk op me gemaakt.
Vaak zijn de patiënten ongeschoold en ze kunnen op rare manieren gewond raken. Zo zal ik nooit de afschuwelijk stinkende benen vergeten van een boer van middelbare leeftijd. Hij was tijdens het zware werk op het veld, in de volle zon en met te weinig voedsel achter de kiezen, van zijn stokje gegaan. Omstanders hadden getracht hem bij te brengen door zijn benen in water onder te dompelen. Voor een groter effect hadden ze hiervoor water gebruikt dat het kookpunt niet ver ontliep. De boer sprong ogenblikkelijk weer op zijn stokje, maar door de uitgebreide brandwonden en het feit dat hij twee weken lang met kruiden op de wonden had doorgemodderd, moesten zijn beide onderbenen geamputeerd worden…
Al deze, en andere dingen maken het werken in een tropensetting moeilijker, maar tegelijkertijd heel verassend en voldoening gevend. Maar heeft de lokale bevolking er ook wat aan dat er twee-meter lange, blanke krullenkoppen rondlopen?
De focus van Westerse hulp aan de gezondheidszorg van ontwikkelingslanden verandert door de geschiedenis heen. Soms lijkt hulp op regeringsniveau het beste plan, dan verschuift het zwaartepunt naar kleine gezondheidscentra. Soms is de Westerse arts een goede helpende hand, dan weer wordt zijn of haar nut betwijfeld omdat het geen goede lange termijn oplossing zou zijn. Ik vind dat ik nog niet genoeg veldervaring heb om hier een gefundeerde mening over te hebben, maar ik vermoed dat, zoals zo vaak, de waarheid in het midden ligt (over product van de Nederlandse maatschappij gesproken!). Wat ik tot nu toe gezien heb is dat een Westerse arts wel degelijk een positieve bijdrage kan leveren. Op het gebied van individuele gevallen, want voor mij is elke patiënt er één en de moeite waard. Op het gebied van medische kennis overdracht, omdat de medische opleidingen van elkaar verschillen. Met name onderwijs aan en ondersteuning van jonge Afrikanen met visie, kunnen mijns inziens blijvende, positieve veranderingen te weeg brengen.
Alvorens verder te gaan wil ik trouwens allereerst stil staan bij de tere gevoelens van onze talloze lezers en donoren uit Wierdersveen. Het is geenszins mijn bedoeling geweest om uw rustieke woonomgeving belachelijk te maken. Het is immers best aangenaam om er te vertroeven en er zijn een aantal pittoreske dorpsstraatjes die, wanneer het winterlicht gunstig valt, een onverwacht traantje in het oplettende oog van de liefhebber zouden kunnen brengen. Dat zeggen ze in ieder geval op de website.
En nu heb ik weer veel zin om in een Nederlands ziekenhuis te werken waar je tegen andere uitdagingen aanloopt. Waar je wél veel preciezer kan uitzoeken wat er loos is met iemand, waar je die gecompliceerde gevallen wél kan behandelen, waar je wél die specialist hebt om je op te leiden, waar je meer kan vertrouwen op iemands toezeggingen en waar de automaatkoffie geruststellend slecht is en op elke gang aanwezig.
Saampies naar huis
Na een klein jaar elkaars lip verkend te hebben, zijn we zo ongeveer tot een Ghanese tweeling uitgegroeid. De gesprekken worden voorspelbaar als de andere de hele tijd zegt wat jij net wou zeggen. Het ontbreken van boezemvrienden, cafeetjes op de hoek en sportieve avonden doet een sociaal dansdier geen goed. Voordat het Hollandse hectische leven ons woest uit elkaar zal halen met een snelheid waar menig tropenhoofd van duizelt, hebben we geconcludeerd dat het concept ‘Eef & Frik’ het goed doet, zo saampies van huis. Ook dát is een output om niet te vergeten.
Al die blije Ghanezen en deze gelukkige twee kaaskoppen waren niet mogelijk geweest zonder jullie hulp. We zijn op allerlei manieren door bedrijven, fondsen, collega’s, onbekenden, buren, en vooral vrienden en familie gesteund. Het meeleven, meelezen en meebetalen was hartverwarmend. Daarom een groot ‘BEDANKT!’ aan al deze mensen.
Tot het volgende avontuuuuuuurrrrrrrrrr!
Fotolegenda:
Van boven naar beneden
* Health talk op school
* Eef en collega Dorcas
* "Donated by Holland." Ontwikkelingshulp in de praktijk?
* Dr Frik ná het werk
* De palmfluisteraar
* Overvolle wachtkamer
* Pittoresk Agogo
* IKEA Agogo
* Slot Act
Terug naar boven