INTRODUCTIE



Akwaaba, welkom op deze site!

In april 2008 gaan wij, Eveline Bontje en Frikke van Eck, als vrijwilliger werken in Ghana. We zullen ongeveer een jaar lang verblijven in het dorp Agogo. Als je op het kaartje hieronder klikt zie je waar dat precies ligt.
We gaan aan de slag bij de ontwikkelingsorganisatie World Vision en in het plaatselijke ziekenhuis. Eveline als antropolo-ge en Frikke als arts.

Dit weblog is er om vrienden en andere geïnteresseerden op de hoogte te houden. Daarnaast biedt het bedrijven en andere sponsors een platform voor advertenties. Zo kunnen zij hun bedrijfsnaam aan een maatschap-pelijk verantwoord initiatief verbinden en wordt ons werk financieel gesteund.




Wij beschouwen dit project als een kans voor ons om van de Ghanese bevolking te leren en om een positieve bijdrage te leveren aan het welzijn van de mensen in Agogo.

Veel leesplezier, medase!




GHANA

Ten westen van de ‘oksel van moeder Afrika’, aan de kust van de Golf van Guinea, ligt Ghana. Met zijn twintig miljoen inwoners en een oppervlakte waar Nederland met gemak zes keer in zou passen, behoort het tot een van de kleinere Afrikaanse landen...

Lees verder over Ghana


AGOGO

Agogo, het stadje waar wij zullen gaan wonen, heeft ongeveer 28.000 inwoners. Het ligt in centraal Ghana, in het Asante Akim North district. Kumasi, de tweede stad van Ghana ligt...

Lees verder over Agogo
HIV/AIDS IN GHANA

In Ghana is de AIDS epidemie (nog) niet zo heftig als in andere Afrikaanse landen. Momenteel is bijna drie procent van de bevolking besmet met HIV/AIDS. In Nederland is dat bijvoorbeeld 0,2 procent...

Lees verder over HIV/AIDS in Ghana

WORLD VISION

De van oorsprong Amerikaanse, christelijke organisatie World Vision werd in 1953 opgericht en is inmiddels in bijna honderd landen actief...

Lees verder over World Vision


PRESBYTERIAN HOSPITAL

Een van Ghana’s drie non-profit, presbyteriaanse ziekenhuizen is gelokaliseerd in Agogo. Het is het oudste missie hospitaal van het land, gesticht door Zwitserse en Duitse zendelingen in 1931...

Lees verder over het Presbyterian Hospital


NIEUWSBRIEF JANUARI

Ontmaagdingen en ontboezemingen


Serieuze ontwikkelingsprojecten worden afgesloten met een uitgebreide eindevaluatie. De in- en output worden vergeleken en er vindt ‘verantwoording aan de donoren’ plaats. Zijn de doelstellingen behaald en wat waren de ‘neveneffecten van de interventie’? Was er sprake van ‘draagvlak vergroting’, ‘capaciteitsversterking’ en ‘emancipatie en disseminatie ten behoeve van de doelgroep’??


Nu waren onze eerdere nieuwsbrieven niet altijd even serieus; op de werkvloer hebben we ons als ‘ontwikkelingswerkers’ verantwoordelijk gedragen. Daarom toch enige reflecties. En wees gerust, geheel in de intussen fameuze Eef & Frik style, zal zelfs een grapje niet ontbreken.
Terugkijkend op het afgelopen jaar krijgen we allebei een glimlach op het gezicht. Het was een jaar waarin we intens geleefd hebben. We hebben genoten van het leven in Ghana, het werken in het ziekenhuis en het samen delen van deze ervaringen.

Het jaar kenmerkt zich door allerlei Eerste Keren. Het was de eerste keer dat wij als elkaars collega’s werkten en we woonden voor het eerst samen. Voor het eerst aten we zó véél Lachende Koeien Kaas. Frikke deed zijn eerste keizersnede en Eveline voerde voor het eerst een HIV test uit. Voor het eerst waren we continu op de hoogte van elkanders darmperistaltiek en we hadden nog nooit eerder zoveel mieren ongemerkt opgegeten. Frikke werd ontmaagd op het gebied van de Ultra Sounds en Eef door een demonstratiepenis. Euuuhh.. ze worstelde de eerste keer nog om een condoom om de demonstratiepenis te schuiven, maar is daar nu uiterst bekwaam in…

Eef over het werk
Het mooie van al die Eerste Keren is dat je heel veel leert. Talloze keren bevond ik me in een situatie waarin ik me nog niet eerder had bevonden. Stond ik daar ineens een groep dorpelingen uit te leggen dat je geen HIV kan krijgen door tongzoenen. Leerde ik een kind dat nog nooit een pen had vastgehouden de letter A schrijven. En die keer dat een patiënt hysterisch en met suïcidale neigingen reageerde op de door mij meegedeelde positieve testuitslag. Deze ervaringen hebben me gesterkt en laten zien dat ik flexibel ben. Dat je me waar dan ook op de wereld kan neerzetten en dat ik me wel red.


Maar, alle begin is moeilijk. Ik herinner mij hoe lastig het in het begin was om mijn plek in het ziekenhuis te vinden. Ook anderen konden me niet goed plaatsen. Ik was geen dokter of verpleegkundige. Wat dan wel? De vrouw van dokter Frikke…maar voor die titel had ik niet naar Ghana hoeven af te reizen. De HIV/AIDS counsellors workshop, een berg aan assertiviteit en een portie geduld bewerkstelligden een doorbraak. Inmiddels denkt iedereen in het ziekenhuis als ze mij zien ‘AIDS!’, wat in dit geval werkelijk positief is. Behalve het werken als HIV/AIDS programma assistent, was ik ook werkzaam als antropoloog. Het goed kunnen inschatten van hiërarchische machtsstructuren en de benodigde (diplomatieke) toenaderingswijzen, en het bouwen van bruggen tussen verschillende mensen en ziekenhuis afdelingen zijn bijvoorbeeld typisch antropologenwerk. Ook het uitwerken van een holistische visie op HIV/AIDS preventie strategieën past goed in dat straatje. En dagelijks kunnen waarnemen welke culturele instrumenten mensen inzetten om met een bepaalde ziekte om te gaan, doet een antropologenhart sneller kloppen.

Door een tijd ver weg van de Hollandse piepers, je vrienden en alles wat vertrouwd is te verblijven, word je flink op jezelf teruggeworpen. De existentiële levensvragen komen vaker in je boven en je groeit met de dag. Dat alles gaat met horten en stoten. Ik kwam er achter dat ik werken met kinderen leuk vind, en dat ik op de werkvloer goed met mensen -ook uit een totaal andere cultuur- kan samenwerken. Dat ik een goede hulpverlener ben. Ik heb een grote behoefte aan uitdagingen, wil continu blijven leren en vind routine vrij snel saai. Ik merk dat ik me nog steeds verbaas over het gemak waarmee mensen glashard kunnen liegen en ik kan slecht tegen personen die hun woorden niet na komen. Ik kan intens genieten van een geitje bij mijn huis of een mango vers van de boom. Dat zijn mooie vondsten over mezelf.

Met mijn verblijf in Ghana wilde ik ook (let op, hier komt een doelstelling!) een betere indruk krijgen van ontwikkelingswerk in de praktijk. Zoals altijd heeft de praktijk een ander gezicht dan de theorie. Na verscheidene cursussen ‘duurzame ontwikkeling’ in Nederland waarin doelgroepparticipatie, lange termijn visies en kennis uitwisseling de sleutelwoorden vormden, bleken ook mijn collega’s in het Zuiden zich van hetzelfde idioom te bedienen. Het succes (en mislukken) wat betreft de praktische uitvoering van een project blijkt ‘m, mijn inziens, vooral te zitten in subtiele zaken. Vaak loopt het niet spaak door onervarenheid of gebrek aan kennis of geld. Het is eerder een miscommunicatie, een foutje in de planning of het gebrek aan ruimte om elkaar op zwakke plekken te duiden. Ik zou dit met een waslijst aan voorbeelden kunnen illustreren, maar laat ik er één kiezen, dat van ‘het oranje koffertje’.

Tijdens de drukke HIV/AIDS kliniek komt de directrice van de lokale ontwikkelingsorganisatie World Vision met zes grote dozen aangesjouwd. De dozen zitten vol met vijftig knaloranje support koffertjes. De koffertjes zijn bedoeld als steuntje in de rug voor de allerarmste AIDS patiënten en zijn gevuld met watten, diaree remmers, anti-schimmelzalf, een grote pot vaseline, een zaklamp, pen en schrijfblok en nog wat andere frutsels. De koffertjes zullen tijdens een officiële bijeenkomst aan de patiënten worden overhandigd, waarbij foto’s gemaakt zullen worden zodat de donors zeker weten dat hun geld goed besteed is. Ik zal eens vertellen hoe het ‘t koffertje verging.

Allereerst heeft dokter Kingsley tijdens de kliniek geen tijd om de inhoud van het koffertje te bekijken en dit met de directrice te bespreken. Mede hierdoor vormen de koffertjes totaal geen prioriteit voor Kingsley en liggen ze maanden te verstoffen in de kliniek. Op een gegeven moment begint hij ze lukraak aan patiënten uit te delen, zonder officiële bijeenkomst en zonder enige uitleg aan de patiënten over de inhoud. Inmiddels zijn de diaree remmers over datum en kunnen de patiënten zich dubbel in gaan smeren met anti-schimmelzalf, aangezien een iets andere variant ook standaard gratis aan de AIDS patiënten wordt verstrekt door het ziekenhuis. De pennen zijn uit de koffers gevist, omdat de patiënten “toch niet kunnen schrijven” en de verpleegkundigen altijd hun eigen pen kwijt raken. Een zaklamp doet nu dienst als oorlamp. Wat een AIDS patiënt met een halve kilo vaseline aanmoet, is mij nog steeds een raadsel.
Een meer afgestemde inhoud van het koffertje, uitleg hierover aan de patiënten, een betere selectie van de patiënten en een controle vanuit World Vision op de uitgifte, zijn factoren die het oranje koffertje tot een succes hadden kunnen maken. En dit zijn zaken die geen sloten met geld kosten. Het gaat om communicatie, planning en bereidwilligheid van alle participanten in het proces.

Bovenstaande geeft mijn opgedane indruk van de ontwikkelingshulp in de praktijk in Ghana weer. Het is geen betoog om de gehele ontwikkelingshulp stop te zetten! Het is meer om aan te geven dat veel projecten toe kunnen met minder geld en meer management. Ghana is een arm land, maar ondertussen gaat de aftredende president naar zijn huizen met zes nieuwe auto’s. Tegelijkertijd heb ik ook niet de Gouden Sleutel voor succes, maar het zien en uitproberen van verschillende sleuteltjes in het afgelopen jaar was een buitengewoon leuk proces.


Dr. Frik over het werk
Ook ik heb lekker kunnen sleutelen het afgelopen jaar. Niet alleen aan baarmoeders, maar ook aan mijn vaardigheden als arts en mijn verwachtingen van het dokterswerk in een tropisch land. Eén van de voor mij positieve verrassingen was dat het medische vak, meer dan ik had verwacht, ‘besmet’ wordt met invloeden uit andere vakgebieden. De invloed van lokale en globale politiek, culturele opvattingen en sociale structuren was in Ghana voor mij veel duidelijker aanwezig dan in Nederland. Omdat ik een product ben van de Nederlandse maatschappij en hierin veel als vanzelfsprekend beschouw, maar ook omdat er in Ghana minder afstand is tussen het besturen van het ziekenhuis en het dokterswerk zelf.

Tegelijkertijd bleken er ook veel dingen hetzelfde te gaan als bij een artsenbaan in Nederland. Je begint op onmogelijk vroege tijdstippen, je drinkt koffie de naam onwaardig en je probeert erachter te komen wat een patiënt dwars zit en hoe je hem of haar daarbij kan helpen. Net als in Wierdersveen leert een jonge dokter van de kunde en onkunde van de oude dokters, de directe collega’s en de verpleegkundigen. Net als in Wierdersveen loop je tegen luiheid en misorganisatie aan, maar kun je je hart ook verwarmen aan mensen met de wil om er wat aan te veranderen en aan personen die zich met volle overtuiging inzetten voor anderen. Net als in Wierdersveen mag je soms je superman pakje aan omdat er een leven gered is en ga je soms heel hard op je eigen ziel staan omdat het niet ging zoals je wilde, maar is het veelal een kwestie van de te volle wachtkamer leegwerken. Gelukkig meestal met veel plezier. En net als in Wierdersveen is er in Agogo geen reet te beleven.

Maar natuurlijk was het niet allemaal precies hetzelfde als in landelijk Drenthe. Daar zijn bijvoorbeeld geen palmbomen. En in Agogo gaan er veel meer mensen dood om domme dingen, zoals ongeïnteresseerdheid of onwetendheid. Of doordat iets toevallig óp is of niet aanwezig in een straal van honderd kilometer, of omdat de patiënt het geld niet heeft. Het is roeien met de riemen die je hebt. Ook wat betreft je eigen mogelijkheden. Je wordt geacht van alle vakgebieden veel te weten (of die indruk te wekken), omdat er geen specialist is die je om hulp kan vragen. Je hebt meer verantwoordelijkheden, maar minder supervisie. De ziektebeelden die je ziet zijn soms bizar uit de kluiten gewassen. Je hebt te maken met culturele verschillen in de omgang met en betekenis van ziekte en dood, waarvan ik persoonlijk ook heb kunnen leren. Het acceptatie vermogen en de veerkracht van de mensen hebben diepe indruk op me gemaakt.

Vaak zijn de patiënten ongeschoold en ze kunnen op rare manieren gewond raken. Zo zal ik nooit de afschuwelijk stinkende benen vergeten van een boer van middelbare leeftijd. Hij was tijdens het zware werk op het veld, in de volle zon en met te weinig voedsel achter de kiezen, van zijn stokje gegaan. Omstanders hadden getracht hem bij te brengen door zijn benen in water onder te dompelen. Voor een groter effect hadden ze hiervoor water gebruikt dat het kookpunt niet ver ontliep. De boer sprong ogenblikkelijk weer op zijn stokje, maar door de uitgebreide brandwonden en het feit dat hij twee weken lang met kruiden op de wonden had doorgemodderd, moesten zijn beide onderbenen geamputeerd worden…

Al deze, en andere dingen maken het werken in een tropensetting moeilijker, maar tegelijkertijd heel verassend en voldoening gevend. Maar heeft de lokale bevolking er ook wat aan dat er twee-meter lange, blanke krullenkoppen rondlopen?

De focus van Westerse hulp aan de gezondheidszorg van ontwikkelingslanden verandert door de geschiedenis heen. Soms lijkt hulp op regeringsniveau het beste plan, dan verschuift het zwaartepunt naar kleine gezondheidscentra. Soms is de Westerse arts een goede helpende hand, dan weer wordt zijn of haar nut betwijfeld omdat het geen goede lange termijn oplossing zou zijn. Ik vind dat ik nog niet genoeg veldervaring heb om hier een gefundeerde mening over te hebben, maar ik vermoed dat, zoals zo vaak, de waarheid in het midden ligt (over product van de Nederlandse maatschappij gesproken!). Wat ik tot nu toe gezien heb is dat een Westerse arts wel degelijk een positieve bijdrage kan leveren. Op het gebied van individuele gevallen, want voor mij is elke patiënt er één en de moeite waard. Op het gebied van medische kennis overdracht, omdat de medische opleidingen van elkaar verschillen. Met name onderwijs aan en ondersteuning van jonge Afrikanen met visie, kunnen mijns inziens blijvende, positieve veranderingen te weeg brengen.
Ook wat betreft organisatorische structuren kan een Westerse arts een gunstige invloed hebben, omdat het Westen op het gebied van communicatie en efficiëntie nu eenmaal ver ontwikkeld is (zoniet doorgeschoten). En om draagvlak vergroting en culturele uitwisseling; de meeste lezers van onze nieuwsbrieven (en dat zijn er een paar honderd) hebben immers wat opgestoken en zijn zich meer bewust van hoe het er in een klein ziekenhuis in een arm land aan toe gaat. Toch, jongens? Wel effe bij de les blijven!

Alvorens verder te gaan wil ik trouwens allereerst stil staan bij de tere gevoelens van onze talloze lezers en donoren uit Wierdersveen. Het is geenszins mijn bedoeling geweest om uw rustieke woonomgeving belachelijk te maken. Het is immers best aangenaam om er te vertroeven en er zijn een aantal pittoreske dorpsstraatjes die, wanneer het winterlicht gunstig valt, een onverwacht traantje in het oplettende oog van de liefhebber zouden kunnen brengen. Dat zeggen ze in ieder geval op de website.

En nu heb ik weer veel zin om in een Nederlands ziekenhuis te werken waar je tegen andere uitdagingen aanloopt. Waar je wél veel preciezer kan uitzoeken wat er loos is met iemand, waar je die gecompliceerde gevallen wél kan behandelen, waar je wél die specialist hebt om je op te leiden, waar je meer kan vertrouwen op iemands toezeggingen en waar de automaatkoffie geruststellend slecht is en op elke gang aanwezig.


Saampies naar huis
Na een klein jaar elkaars lip verkend te hebben, zijn we zo ongeveer tot een Ghanese tweeling uitgegroeid. De gesprekken worden voorspelbaar als de andere de hele tijd zegt wat jij net wou zeggen. Het ontbreken van boezemvrienden, cafeetjes op de hoek en sportieve avonden doet een sociaal dansdier geen goed. Voordat het Hollandse hectische leven ons woest uit elkaar zal halen met een snelheid waar menig tropenhoofd van duizelt, hebben we geconcludeerd dat het concept ‘Eef & Frik’ het goed doet, zo saampies van huis. Ook dát is een output om niet te vergeten.

We maken ons nu op voor het volgende avontuur, dit maal gewoon op Nederlandse bodem, vanaf begin maart. Er worden nog sponsoren gezocht voor een Peugeot 205, een IKEA tweepersoons bed en de verwachte hoge stookkosten...
Al die blije Ghanezen en deze gelukkige twee kaaskoppen waren niet mogelijk geweest zonder jullie hulp. We zijn op allerlei manieren door bedrijven, fondsen, collega’s, onbekenden, buren, en vooral vrienden en familie gesteund. Het meeleven, meelezen en meebetalen was hartverwarmend. Daarom een groot ‘BEDANKT!’ aan al deze mensen.

Tot het volgende avontuuuuuuurrrrrrrrrr!





Fotolegenda:
Van boven naar beneden

* Medical Ward Wijzer
* Health talk op school
* Eef en collega Dorcas
* "Donated by Holland." Ontwikkelingshulp in de praktijk?
* Dr Frik ná het werk
* De palmfluisteraar
* Overvolle wachtkamer
* Pittoresk Agogo
* IKEA Agogo
* Slot Act



Terug naar boven

NIEUWSBRIEF DECEMBER

Eerlijkheid smaakt het lekkerst


Op 25 december 2008 is het onvoorstelbare gebeurd: Frikke heeft zich gekloond! Het resultaat mag er wezen, maar doet toch enkele foutjes in het kopieerproces vermoeden: de nieuwe Frikke is ongeveer 170 centimeter korter dan het origineel, kwijlt aanzienlijk meer en is vooral ook een stuk bruiner. Maar ontevreden zijn we zeker niet!

Op een zonnige eerste kerstdag was Frikke gevraagd om als eregast een name giving ceremony bij te wonen. Met het pasgeboren kind op schoot en onder toeziend oog van de gehele (extended) familie heeft hij de rituelen uitgevoerd die ervoor zullen zorgen dat het kind opgroeit tot een eerlijk mens. De traditie schrijft voor dat degene naar wie het kind vernoemd is, zijn of haar wijsvinger doopt in water en palmwine. De eregast moet de baby drie druppels van elk van deze vloeistoffen laten proeven. De achterliggende gedachte is dat het kind geleerd wordt om water als water te benoemen en palmwine als palmwine, of te wel dat het de waarheid leert spreken. Onder invloed van het Westerse Frisdrank Imperium zijn de traditionele drankjes tegenwoordig vervangen door Sprite en Coca Cola, maar dit schijnt verder niets aan het effect af te doen.



Eigenlijk was het Eveline die deze eer ten deel gevallen was, naar aanleiding van een goed geslaagde counseling sessie met negatief (en dus positief) resultaat. Uit dankbaarheid hiervoor besloot de patiënt zijn bijna geboren kind naar haar te vernoemen. Echter, het kleine piemeltje dat vakkundig aan de Eef-to be bevestigd bleek te zitten, gooide roet in het eten. Automatisch wordt het kind dan vernoemd naar de bijgeleverde echtgenoot, en ta-dááá: een nieuwe Frikke ziet het licht. Zijn volledige naam luidt: Frikke Ofory Kwabena, dus dan weet je zeker dat het later helemaal goed komt met zo’n jongen.

Dit vernoemen naar vreemden is trouwens een veel voorkomend verschijnsel; de meeste dokters hier hebben wel een of meerdere koters naar hen vernoemd gekregen. De bijbehorende godfather taak is, zo werd mij door verscheidene bronnen verzekerd, een puur ceremoniële. Capito?



Eef op het werk

Ieder jaar op 1 december is het Wereld Aids Dag. Een dag waarop mensen in de hele wereld extra aandacht besteden aan deze ziekte, aan de preventie ervan en hun solidariteit uiten voor mensen met HIV/AIDS. De aanloop ernaar toe was enigszins een drama.
In mijn enthousiasme zat mijn hoofd vol activiteiten die we konden ontplooien. Maar Kingsley had weer eens last van het Mooie Woorden, Geen Daden Syndroom. Alle ideeën werden eloquent geprezen, maar er volgde geen enkele actie. Op een gegeven moment kwam ik op het volgende punt: óf ik kan mezelf helemaal gestresst maken omdat we niets doen op Wereld Aids Dag, wat een gemiste kans is. Óf ik kan er voor kiezen om niet de enige in het ziekenhuis te zijn die zich hier druk over maakt en het gewoon laten zoals het is. Ik koos uiteindelijk voor het laatste, met een diepe zucht, wat echter wel een immense rust gaf. Het is zo’n typisch moment: de (te) idealistische vrijwilliger versus de lokale bewoner die is zoals hij is en geen behoefte voelt om zijn werkwijze te veranderen.

Op mijn lijstje stonden gelukkig ook activiteiten die geen input van Kingsley behoeften. Zo heb ik handmatig 150 rode lintjes (het symbool van Wereld Aids Dag) voor de gehele medische staf in elkaar geknutseld, gaf ik een praatje over HIV/AIDS op de lokale radio en wist ik zo’n zestig mensen te motiveren om zich op HIV te testen. Op de dag zelf besloot Kingsley gelukkig alsnog zijn houten piemel in te zetten en entertainde hij een overvolle wachtkamer met een condoom presentatie.



Binnen World Vision heb ik een heuse kameraad gevonden. Blijkbaar werd Jonathan wél door mijn enthousiasme geraakt en we zijn gezamenlijk begonnen met het opzetten van enkele HIV/AIDS projecten voor deze ontwikkelings organisatie. We geven voorlichting op scholen en als de jongeren zich willen testen, doe ik dat ter plekke. We hebben een HIV/AIDS peer educators workshop gegeven voor de jongerenclubs van verschillende kerken. Hierin wordt ze geleerd hoe ze basale voorlichting kunnen geven over HIV aan de mensen uit hun eigen sociale omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de medespelers van een voetbalteam, of aan vriendinnen bij de kapper (waar de dames elke twee weken úúúrenlang zitten om vlechtjes te laten zetten). Ook willen we een opfris cursus geven aan de healtcare vrijwilligers in de verschillende dorpen rondom Agogo.


In het begin moest ik erg wennen aan Jonathan. Hij doet wérkelijk wat hij zegt en komt stipt op tijd. Hij trekt een zuur gezicht als hij aan mijn naderende vertrek uit Agogo denkt.

Tot die tijd bestookt hij mij zowat ieder uur met telefoontjes over regelzaken. Ben ik nog in Ghana?



♪♪Muzikaal Intermezzo

Koo Nimo komt naar je toe deze winter! De fameuze Ghanese gitaarlegende Koo Nimo kwam Clini Clown spelen. Eef had hem de situatie van de kinderen met de Buruli wonden uitgelegd en gevraagd of hij een keer naar Agogo kon komen om ze een muzikale middag te bezorgen. ‘Papa Koo’, een goedaardige, oude man met baard, stemde gretig in. In plaats van een rode neus of gouden staf nam hij een bus vol muzikanten en instrumenten mee. De kinderen, altijd luidruchtig en zoet stout, waren helemaal beduusd van alle aandacht. Het duurde echter niet lang tot Kwame, een stoere jongen van elf, als eerste zijn heupen los schudde. Dat werkte aanstekelijk en Eef belandde in een danspartij met de schoonmaker, die onverwacht goede danstechnieken bleek te bezitten. Daarna gingen de voetjes weer op de vloer en vertelde Koo oude, Ghanese volksverhalen over sluwe spinnen en aardige aappies. De kinderen maakten er ondertussen tekeningen van, die nu de kinderafdeling nog van een vrolijke noot voorzien.




Dr. Frik op het werk

Het was flink zweten geblazen tijdens de Basic Life Support cursus die ik gegeven heb. Onder mijn fanatieke aansporingen hebben drie groepen verpleegkundigen zich een natte rug gebeukt op de oefenpop. Na een theoretisch gedeelte met hippe slideshow en one-liners als “To do BLS = stresssss!” was het de beurt aan de dames in het wit om hun reanimatie- en beademingstechnieken af te stoffen. De laatste cursus die ze gehad hadden was alweer zo’n vijf jaar geleden, dus je begrijpt dat er flink wat stof bij vrij kwam. Little Anne, de oefenpop die het ziekenhuis zo’n dertig jaar geleden gekregen heeft van het Rode Kruis, heeft zich er ook dapper doorheen geslagen. Ook zij kon wel weer eens wat beweging gebruiken. De meeste verpleegkundigen waren erg enthousiast over het hele gebeuren en zeiden het op prijs te stellen als de cursus een terugkerend fenomeen zou worden.

Deze maand heb ik mijn eerste keizersnede zelfstandig uitgevoerd! Onder toeziend oog van de chirurg heb ik een dame verlost van twee kinderen die te lang in de baarmoeder aan het treuzelen waren. Met brute kracht, temidden van rondspattend vruchtwater (de ideale setting voor een Fishermen’s Friend reclame), heb ik twee meisjes uit hun warme huisje gerukt. De Nederlandse kraakbeweging zou ervan gruwen. Gelukkig bleken de meisjes gezond, krijsend en wel. De allereerste woorden die ze hoorden waren van de chirurg die zich richtte tot de anesthesist: “Mr. Tuuli, staat het bier koud? Het is z’n eerste!”. Ik hoop dat de aanstaande frisdrankceremonie die schade nog bij ze kan herstellen.


Saampies thuis

December; maand van Sinterklaas, sneeuw, blauwbekken op het station en kerstdineetjes.
Het zit ergens in je onderbewuste vastgevroren. Zelfs na negen maanden sudderen, schakel je die associaties niet zomaar uit. Maar het werkt wel desoriënterend. Eef schrijft in een patiënten dossier ’20 december’ en ondertussen vallen de hier overwinterende mussen van het dak.

December-feestmaand, geldt hier echter ook. Naast de dagelijkse viering van het ontbreken van de winterkou, hebben we ons met kerst vol kunnen proppen met exotische gerechten als kaasomelet en Kartoffelsalad. Dit terwijl de buiten rondscharrelende kippen en geiten voor een karakteristiek achtergrondgeluid zorgden . Het ultieme kerststal gevoel.
Ook pepernoten kun je gewoon in de tropen bakken en verder hebben we het huis geregeld vol staan met feestelijke kaarsjes; de elektriciteitsleverancier is al helemaal in de vakantiestemming.

De verkiezingen zijn trouwens, geheel in de kerstgeest, vredig verlopen. De verdeling van de zetels in het parlement zijn gunstig uitgevallen voor Rawling’s oppositie partij de NDC. Voor het presidentschap heeft geen van de partijen echter de benodigde meerderheid weten te halen. Op zondag 28 december zullen de Ghanezen dus opnieuw naar de stembus moeten voor de beslissende, twééde rônduh.


Fotolegenda:
Van boven naar beneden

* Frikke&Frikke
* Frikdrank..
* Medische staf gaat door het rode lint
* Eef onderwijst schoolkinderen
* Lekker spelen
* Eef de notenbakker


Terug naar boven

NIEUWSBRIEF NOVEMBER

We are moving forward!


Vooruit met die geit! Hup, de soep in. Onze buurvrouw is er maar druk mee. Ze is bezig geitensoep voor tweeduizend mensen te kokkerellen. Het belooft een heus feestmaal te worden, de gelegenheid waardig. Het is tenslotte de begrafenisdag van de minister van financiën. De uit Agogo afkomstige centenman overleed plots aan een hartaanval en wordt na drie maanden diepvries eindelijk aan moeder aarde toevertrouwd. Het is gebruik dat alles uit de kast wordt gehaald om de laatste eer aan een overledene te bewijzen en een dode National Patriotic Party (NPP) minister verdient helemaal veel aandacht. Vandaar ook dat het even duurde voor alles georganiseerd was. Al weken zoemt het in Agogo van de begrafenis bezigheden. Trommels roffelen, stoffen bedrukt met foto’s van de minister worden verkocht om gewaden van te naaien, rode rouwkwastjes bungelen aan de taxi’s en het voetbalveld is aangeveegd. Dáár zal het allemaal gebeuren. Op de dag zelf zijn er talloze partytenten neergezet in een enorm vierkant, met plastic stoeltjes en in het midden De Kist. Het wemelt van de mensen in rood en zwarte kleding: feestende jongeren, alcohol&snacks verkopers, persmuskieten, politie, drumbands, chiefs met hun gevolg onder enorme, kleurige parasols, soapsterren en ga zo maar door. Vanuit het hele land zijn ze gekomen voor het afscheidsfeest. Deze hele kakofonie wordt overstemd door een gigantische bak muziek. Het NPP partijlied ‘We are moving forward!’ schelt door de boxen. Het zijn arbeidsvitaminen voor onze buurvrouw, die een deel van de bezoekers van een natje en een droogje zal voorzien. Tevens bereidt het lied de menigte voor op de komst van de president. Hij rijdt, voorafgegaan door dertig motoragenten, in zijn dikke, geblindeerde 4WD, een rondje over het stoffige gras.

President John Kufuor, leider van de NPP, is al bijna acht jaar aan de macht. Onder zijn liberale bewind is de economie van Ghana forward gegaan, en hij is hierom een populair figuur, vooral in de grote steden en de Ashanti regio waar wij wonen. Zijn aanwezigheid heeft effecten die meer bij Robbie Williams passen dan bij een doorleefd staatshoofd: wild gejuich en gezwaai, gillende vrouwen en aanzwellende drums. Daar kan onze JP nog een puntje aan zuigen.


De aanhangers van de grootste oppositie partij, de National Democratic Congress (NDC), zijn echter minder enthousiast over hem. Zij vinden dat het geld ongelijk verdeeld wordt en dat de armsten van Ghana, die met name in het noorden en oosten van het land wonen, vergeten worden. Zo is er bijvoorbeeld net voor een slordige 70 miljoen dollar, een reusachtige, nieuwe regeringszetel in Accra gebouwd. Dit terwijl het oude gebouw recentelijk gerenoveerd was en er urgentere prioriteiten lijken te zijn, zoals de zwaar belabberde infrastructuur, het schandalig lage salaris voor leraren en de hoge kindersterfte, om maar wat te noemen.


De NDC, met aan het hoofd professor Atta Mills, heeft echter ook zijn geschiedenis. Ex-partijleider Jerry Rawlings heeft nog steeds een dikke vinger in de geitensoep, en daarmee schrikken ze het grootste gedeelte van het oudere electoraat af. Dit zijn de mensen die zich nog goed herinneren welke narigheid er volgde op Rawlings’ militaire coup in de jaren 70.

Volgende week, op zondag zeven december, mogen de Ghanezen naar de stembus en zal er blijken wie het meeste vertouwen krijgt van de stemmers. Ondertussen bidt iedereen, ongeacht politieke voorkeur (of nationaliteit!), voor vreedzame verkiezingen en kun je geen krant openslaan of een prominente Ghanees maant je tot kalmte tijdens de aanloop naar de zevende.



Eef op het werk

Hoera, hoera! AIDS is te genezen! Wat een wereldnieuws! De fameuze Ghanese ‘dokter’ Nicholas heeft het lang gezochte medicijn gevonden….In precies vier maanden en twee weken werkt hij het HIV virus uit een AIDS patiënt.
Ik ben de ziekenhuis- kruidendokter-spirituele-genezer-omgeving van Agogo aan het verkennen en belandde zo bij deze geweldige genezer. Zo ongeveer het eerste wat hij tegen mij zei was: “Iedereen die zegt dat er geen genezing voor HIV/AIDS bestaat, is een leugenaar!”. Om niet gelijk bij die verwerpelijke categorie mensen ingedeeld te worden, stelde ik een aantal neutrale vragen, die de beste man gewillig beantwoordde. Hij had in Engeland en Kenia gestudeerd en was naar Ghana teruggekeerd om zijn eigen mensen te helpen. Hij was dikke vrienden met dr. Thompson, het hoofd van de medische staf hier in Agogo. Vragen als “Heeft u geneeskunde gestudeerd?” en “Waaruit bestaat uw behandeling voor AIDS patiënten?” werden zeer kundig níet beantwoord.
Aan de afmetingen van de airco gekoelde kliniek kon ik aflezen dat zijn praktijk hem in ieder geval geen windeieren had gelegd. Tevens bood hij me terloops tien cedi’s aan om wat patiënten uit Agogo naar hem door te verwijzen. Toen ik me hardop afvroeg waarom hij nog niet wereldberoemd was, terwijl de hele medische wereld naarstig zoekt naar een middel om AIDS te genezen, moest hij lachen. Het lag aan zijn eigen bescheidenheid. Overigens bleek dokter Thompson hem slechts één keer ontmoet te hebben, toen de wondergenezer met een pijnlijk prostaatprobleem kampte…



Soms heb je van die dagen dat alles op zijn plaats valt. Afgelopen woensdag was zo’n ‘ha, lekker!’-dag. Ik bezocht met een team van World Vision een zeer afgelegen dorpje een paar uur hobbelen van Agogo vandaan. Na een praatje over het belang van onderwijs was de beurt aan mij. Met behulp van een tolk gaf ik een health talk over HIV/AIDS. Het was lang geleden dat mensen hierover voorgelicht waren en dit zorgde voor veel vragen en een goede interactie. Na afloop konden mensen zich bij mij laten testen. Het liep storm. Zo onder de grootste boom van het dorp, omgeven door doorleefde oudjes en koters met grote ploepnavels, overviel mij het Afrika ten top gevoel. Zó had ik het me van te voren in Nederland voorgesteld en plots was het daar ineens. Een gevoel van nuttigheid vermengd met dankbaarheid. Op de terugweg sliep een kleine dreumes stilletjes op mijn schoot.







Dr. Frik op het werk

Ploepnavels zie ook ik genoeg in de theatre, zoals de operatiezaal hier heet. Het is een witbetegelde zaal met god-zij-geprezen!, enige vorm van koeling, zodat de ergste tropenhitte wat getemperd wordt. Ik zweet sowieso wel als een otter in m’n drielagige, burka style OK-pakje. Denk maar aan een in plastic verpakt stuk oude kaas dat je een tijdje in de zomerzon legt. Inclusief geureffecten…
Naast de ploepende navelbreuken doen we ook veel liesbreuken, keizersneden, schildklierbobbels en baarmoeder/vleesboom verwijderingen en wordt er een scala aan abcessen, vetbulten, cysten en Buruli ulcers te grazen genomen.
Er zijn twee operatietafels in de theatre die door een klein, groen schermpje van elkaar gescheiden zijn. Hier wordt gelijktijdig op geopereerd, terwijl medewerkers en patiënten in en uit banjeren. Daarbij zijn de gesloten IJselmeer OK’s vanwege één of twee ronddrijvende bacteriën, een toonbeeld van steriliteit. Gelukkig lijkt het erg mee te vallen met post-operatieve infecties. En eigenlijk is zo’n schermpie ook best handig; als je de chirurg wat wilt laten zien op de andere tafel kan hij er gewoon even overheen kijken en tegelijkertijd dooropereren. Da’s pas efficiënt!


Het OK-materiaal functioneert min of meer, maar is hopeloos verouderd. Oudgediende Hollandsche plegen zouden er een nostalgische brok van in de keel krijgen. Ook is het instrumentarium niet helemaal compleet, waardoor sommige operaties wat meer creativiteit en okselzweet vergen. Twee weken geleden hebben we bijvoorbeeld een oudere man geopereerd met een tumor die het laatste stuk van z’n darm dichtdrukte. Bij gebrek aan lange instrumenten sta je dan tot je ellebogen in de diepte te harken, waarbij de af en toe uitvallende operatielampen niet bijdragen aan de feestvreugde. Die lichten doen me denken aan het decor van de Thunderbirds en mogen binnenkort inderdaad hun vijftigste verjaardag vieren. Dusssss, als iemand nog wat minder oude OK-lampen op zolder heeft staan… ze zijn hier meer dan welkom!

De bovenbeschreven man is helaas vrij snel daarna overleden, maar over het algemeen zijn de ingrepen succesvol. Zo konden we laatst een man op heroïsche wijze uit de Klauwen des Doodsch redden. De patiënt kwam op de Eerste Hulp met enorme buikpijn en een snel dalende bloeddruk. Terwijl ik hem kort daarna aan het inzepen was op de operatietafel, besloot zijn hart ermee op te houden. Gewaarschuwd door het gepiep van de monitor, konden we meteen starten met reanimeren en na korte tijd begon zijn hart gelukkig weer op eigen kracht te kloppen. Diep inademen. Opnieuw inzepen. Dr. Mamo de Chirurg binnen roepen. De buik werd opengesneden en we vonden de oorzaak van het euvel: een groot gat in de maag. In Ghana zijn er door het gepeperde, zwaar op de maag liggende voedsel en de sterke drank veel mensen met maagzweren. Die kunnen op volkomen ongepaste momenten een gat in je maag laten vallen en dan moet je zorgen dat je heel snel een chirurg tegen het lijf loopt.
Terwijl Dr. Mamo de maag herstelde, dacht het hart wederom een kleine rustpauze te nemen en moest ik mijn hartmassage technieken weer uit de kast trekken. Tijdens al dit gebonk wist de chirurg nog alle juiste eindjes aan elkaar te naaien en met zijn laatste steek kreeg het hart er ook weer goesting in en begon het te doen waar het voor geschapen is. De patiënt is er boven verwachting goed uitgekomen en kon na enige tijd weer naar huis. 1-0 voor de dokters!


Saampies thuis

De laatste tijd schalt er origineel Ghanese muziek door ons huisje. We hebben een aantal highlife CDtjes op de kop kunnen tikken en draaien er lustig op los. Highlife is een muziekstroming die zijn hoogtepunt beleefde in de jaren 60 en 70 en die traditioneel Afrikaanse ritmes en teksten met jazz, blues en latin combineert. Oorspronkelijk werd het gespeeld met akoestische gitaren, door wijn drinkende mannen onder de schaduw van een boom, vandaar ook de naam palmwine guitar music. Jullie zullen begrijpen dat dit een onweerstaanbare combinatie vormt voor Frikke en hij is dan ook naarstig op zoek gegaan naar een gitaarleraar. Via via kwam hij terecht bij Koo Nimo in Kumasi. Koo is een enorm sympathieke zeventiger met een grote grijze baard en hij is de levende highlife legende van Ghana. Hij heeft over de hele wereld opgetreden en samengespeeld met diverse Groten der Aarde. Tegenwoordig slijt hij zijn dagen met lesgeven aan de universiteit van Kumasi en heeft hij een cultureel centrum aan huis opgezet. Daar draagt hij zijn kennis en kunde aan de jongere generatie Ghanese gitaristen over. Geïnteresseerden blijken tot onze grote verbazing nog niet zo gemakkelijk te vinden, omdat de meeste muzikanten meer moeite steken in modernere muziek, zoals hiplife, een Ghanese vorm van R&B/dancehall. Ik zou het willen omschrijven als: Enorme Bagger, maar het schijnt veel meer geld op te brengen en dat is aanlokkelijk voor veel gitaristen.

Eens in de drie weken is Frik dus bij Koo thuis te vinden om de geheimen van de gitaar en de palmwijn te ontdekken. Een zeer aangename afwisseling op het dagelijks te horen kerkgezang dat je in Agogo van alle kanten tegemoet schalt, van vijf uur ’s ochtends tot diep in de nacht.







Fotolegenda:
Van boven naar beneden


* John Akufo-Addo van de NPP. Opvolger van de huidige president John Kufuor
* Professor Atta Mills, leider van de door Jerry Rawlings opgerichte NDC

* Jerry Rawlings in zijn jonge jaren als luitenant van de luchtmacht
* Sister Mary in het roze en witte Eveline tijdens de AIDS kliniek
* Ploepnavels van klein naar groot
* Mr Tuuli, nurse-anesthesist bezig met beademing. Groene schermpie links achter
* Stoffige platen in Highlife museum in Cape Coast




Terug naar boven

NIEUWSBRIEF OKTOBER

Tropenhoofd op standby

Het afgelopen uur hebben we ons hele huis op z’n kop gezet. De sleutel van de keuken is weg en Frikke heeft “m” het laatst gehad. Diep zuchtend sloffen we door de kamer. Voor de dertigste keer kijken we nog maar eens onder de stapel onderbroeken -want je weet maar nooit-, maar het mag allemaal niet baten. Hij is foetsie en hoe Frik zijn hoofd ook pijnigt, hij kan zich écht niet meer herinneren waar het onding gebleven is. Dit is natuurlijk an sich niet zo heel opzienbarend, ware het niet dat zulke slordigheden ons hier meermaal daags overkomen. En dat is beduidend vaker dan in Nederland.
Je portemonnee thuis laten liggen, een moe hoofd terwijl je nog niets gedaan hebt, bananen gaan kopen en met alles behalve bananen thuis komen, maar níet kunnen onthouden hoeveel die ene busrit kost die je al tien keer gemaakt hebt, Frik die al om half tien ’s avonds uitgeput in bed ploft, de stroopwafels in de koelkast over het hoofd zien … Onze alertheid begint angstaanjagend veel overeenkomsten te vertonen met die van een vriendelijke, doch daverend demente bejaarde. Er ontbreken slechts wat geraniums.
Of het de lome warmte is of het voortkabbelende Ghanese leven, of wellicht doordat we te weinig water drinken of te veel kwadu’s eten, of dat het misschien toch aan de anti-malaria pilletjes ligt... we weten het niet. Feit is dat onze vlijmscherpe geesten op halve kracht lijken te werken. We hebben dit cluster aan symptomen het “Tropenhoofd syndroom” gedoopt, en zullen binnenkort een patiënten vereniging oprichten, dus mensen die zich herkennen in bovenstaande kunnen zich op korte termijn aanmelden.
Het heeft ook zijn voordelen trouwens. De 100 kilometer die je in het busje moet hobbelen om een pak melk te kunnen kopen, vliegen voorbij. Wanneer je drie uur op transport moet wachten voelt dat ook heel anders aan dan die twintig minuten vertraging van de NS waarover we ons even lekker op kunnen fokken (“Het is werrrrkelijk verschrrrrikkelijk, wat u!”). Tijd is relatief, heeft een geleerde meneer met wilde haren ooit eens gezegd, en nu weten we het zeker: hij is in Ghana geweest.


Het reizen werkt zo: 1. Je gaat op een zak rijst zitten (of een boomstam, of een trotro stoeltje, of een geit, afhankelijk van hoe je pet staat). 2. Je plakt tegen je buurman/vrouw aan. 3. Je ondersteunt je hoofd met een hand. 4a. Je staart urenlang onverstoorbaar glazig voor je uit (dit kost enige oefening). 4b. Je valt in slaap (voor beginners vooral lastig in een rijdend object). Als je bovenstaande stappen probleemloos kunt doorlópen en interrumperen op ieder gewenst moment, heb je een van de belangrijkste overlevingsstrategieën onder de knie: je staat op standby. De ware professional zal deze techniek in elke gewenste situatie weten toe te passen, zodat hij zich ook in de wachtkamer, op een begrafenis, onder zijn gestrande vrachtwagen of in z’n marktkraam nooit hoeft te vervelen.



Eef op het werk

De verpleegkundigen op de poli weten hun standby-knop ook goed te vinden. Met hun hoofd op tafel staan ze de patiënten te woord. Op hun beurt knappen de operatie assistenten boven gapende wonden gewoon een uiltje. Wedstrijdje gapen.
Na zeven maanden Ghana begin ik zelf ook een stuk relaxter te functioneren: onder werktijd een nieuwsbrief schrijven, een lange lunchpauze en “de rest kan morgen ook”. Heel gezond voor een mens. Aan de andere kant blijft m’n aangeboren, Nederlandse efficiëntiedrang me parten spelen. Je kan inderdaad alle lab uitslagen op een warrige stapel in de kast proppen, of je kan ze op datum uitsorteren, gaatjes erin en in een multomap ordenen. Hopsa! Je tovert ze zo te voorschijn op het moment dat je ze nodig hebt. Nadat ik mijn baas Kingsley eerst even moest uitleggen hoe je een multomap opent (komt blijkbaar toch nog heel wat technisch inzicht bij kijken), heeft hij het nog weken gehad of dat waanzinnig vernuftige organisatievermogen van die fantastische, hard werkende Eveline. Of zoals Ebenezer het gezegd zou hebben: “The white man is great”. Ja, verbaal zijn de Ghanezen heel sterk.

Die rondslingerende labuitslagen zijn typerend; elk bureau in Ghana is dik bezaaid met rapporten, stapels vergeelde brieven en vele kitscherige tierelantijntjes. In mijn ogen een bende, maar in hun ogen? Ik weet het niet. Het hindert ze niet, dus waarom denk ik dan dat ze het zouden moeten opruimen? Het blijft aftasten wanneer iets zo ‘Ghanees’ is dat ik er niet aan moet willen komen en wanneer ik een suggestie kan geven als “Wat denk je ervan om het eens zo te proberen?”. Toen Ebenezer, de hoofd HIV/AIDS counselor met jarenlange ervaring, vertrok uit het ziekenhuis, voelde hij geen noodzaak tot kennisoverdracht en onze baas deed geen moeite om een opvolger aan te wijzen en op te leiden. De overgrote meerderheid van het counseling werk komt nu op mijn schouders terecht, wat prima is, maar ik weet dat het bij mijn vertrek hetzelfde zal gaan. Om dit te voorkomen heb ik mijn vertrekdatum wederom bij Kingsley onder de aandacht gebracht. Maar eigenlijk verwacht ik niet dat hij er op zal anticiperen.

In de samenwerking met het ziekenhuispersoneel en bij het lesgeven aan de kinderen, merk ik op dat velen nauwelijks geleerd hebben om zelfstandig te werken en kritisch na te denken. Kinderen dienen op school na te dreunen wat de leraar zegt en de verpleegkundigen voeren kritiekloos uit wat de dokter hen opdraagt. Langs de kant van de weg zie je, zonder te overdrijven, twintig vrouwen op een rij sinaasappels verkopen, zonder klanten. Geen vrouw die bedenkt dat je er bijvoorbeeld ook sap van kan persen, waarmee je een uniek product zou creëren. Ping kassa!.
Inventiviteit wordt niet aangeleerd. De kinderen worden bijvoorbeeld niet gestimuleerd om creatief te zijn. Ze bedenken wel spelletjes, maar als ze een variatie op mijn spel mogen verzinnen, slaan ze dicht. Het spel van Madam Evelyn veranderen, dat kan toch niet…

Dit sterk gewortelde gevoel voor hiërarchie zie je ook terug in de organisatiecultuur in het ziekenhuis. Het gevolg hiervan is dat er geen ruimte voor kritiek en uiting van zelfreflectie is. Iedereen kent zijn plaats en zijn taak en wijkt daar niet van af. Opmerkingen over iemands werkwijze worden zeer omslachtig en indirect geformuleerd. Een open communicatie over dagelijkse problemen is niet mogelijk, wat mijn inziens geen ruimte geeft voor aanpassingen en verbeteringen. In plaats daarvan geven mensen elkáár liever de schuld van iets wat ze gezamenlijk veroorzaakt hebben en samen zouden kunnen oplossen. Ik ben hier vaak de typische antropoloog die bruggen probeert te bouwen tussen de verschillende afdelingen. Soms succesvol, soms niet. Bovenstaande problemen zijn ook de Nederlandse samenleving niet vreemd, maar ik denk dat ze hier nadrukkelijker aanwezig zijn.

En als ik nu toch de zeurkous uit hang…Wat ik hier erg moeilijk vind om mee om te gaan is het feit dat mensen prachtige praatjes te over hebben, maar slechts zelden hun woord nakomen. Zo is mijn baas Kampioen Mooie Woorden, ontloopt hij zijn verantwoordelijkheden voortdurend én weet hij zich er toch altijd weer uit te lullen. Zeer handig! Misschien wordt dat wel mijn leerdoel voor de komende maand.



Dr. Frik op het werk

Als je wat langer mee draait op een plek, zie je naast alle leuke en interessante zaken ook steeds meer de dingen die minder goed lopen. Sommige problemen zijn universeel, zoals een gebrekkige communicatie tussen het management en de werkvloer of tussen afdelingen onderling; andere zijn meer locatie gebonden. Er is natuurlijk een heel scala aan factoren die de gezondheid van een populatie beïnvloedt en ik pretendeer niet dat ik na zeven maanden precies de vingers op de pijnlijke plekken weet te leggen. Ik kan echter wel beschrijven wat mij opvalt als westerse arts, zonder compleet of te gedetailleerd te willen zijn. Ok Frik, da’s wel genoeg genuanceerd zo.

De meest in het oog springende problemen zijn het gebrek aan materiele middelen, waardoor er gewoonweg minder interventie mogelijk is, en de suboptimale gezondheidseducatie, waardoor patiënten vaak in een laat stadium van het ziekteproces bij de dokter komen. Verder zijn er voor de enorme berg zieken te weinig artsen beschikbaar, zodat er niet genoeg tijd is om een behoorlijke anamnese af te nemen, laat staan om een lichamelijk onderzoek te doen. Als ik op de poli bezig ben voel ik me een slak in vergelijking met mijn collega’s. De patiënten schuiven hun kamertjes in en uit met een snelheid waar menig kassa dame van de Albert Heijn jaloers op zou worden. Bliep! En ik dacht dat ik snel had leren werken op de Eerste Hulp… Als ik mezelf echter ga klokken, werk ik precies binnen de tijdslimiet van het gemiddelde consult bij een Hollandsche huisarts. En da’s dus niet zo héél langzaam. Er komt gewoon een punt waarbij je tijd wint en goede zorg verliest. De afweging tussen veel mensen een beetje beter maken of een beetje mensen veel beter.
Ook medisch specialisten kom je niet op elke straathoek tegen, waardoor er niet terug gevallen kan worden op hun uitgebreide kennis van zaken. Dat mis ik zeker nog wel eens, zo’n deus ex machina die nooit verder dan een telefoontje van je verwijderd is in het prachtige Almere.

Waar het qua behandeling op neer komt is dat er met name veel breed spectrum antibiotica in de al dan niet ernstig zieke medemens worden gepompt, zonder dat men precies weet wat er aan de hand is. Ten dele omdat er geen fancy bodyscan naast elke koffieautomaat staat, en ten dele omdat er simpelweg niet goed doorgevraagd wordt. Het grootste gedeelte van de patiënten knapt dankzij of ondanks de pillen op en daarmee bestaat er een grofmazig, doch functionerend vangnet voor zieken.


Wat mijns inziens ook bijdraagt aan de hogere sterftecijfers in Ghana is de werkwijze van het medisch personeel. Ik moet soms al mijn Zen-vibes oproepen om niet eens even lekker te schreeuwen als er een belangrijke test voor de derde achtereenvolgende keer niet is gedaan, of als een creperende patiënt die écht zo’n breed spectrum middel nodig heeft, al dagen ligt te wachten tot iemand ‘m eens een keertje op de zak aansluit. Plop! Dat ligt niet alleen aan tijdgebrek, maar ook aan een nonchalante werkwijze. “Gewoon” goed lezen wat er gevraagd wordt en een gepland beleid uitvoeren is niet zo vanzelfsprekend als ik gewend ben. Dit is denk ik iets waar veel winst te behalen is voor weinig geld.
Wat mij wat betreft collega’s en meerderen opvalt, is dat ze over een indrukwekkende hoeveelheid kennis beschikken, maar niet voldoende geleerd hebben hoe ze het praktisch moeten toepassen. Elke derde patiënt met een beetje buikpijn wordt de (zeldzame) diagnose dubbelzijdige nierbekkenontsteking in de buik gesplitst, terwijl men indien gevraagd feilloos de tien meest voorkomende verwekkers hiervan kan opdreunen. Ook aan patiënt vriendelijkheid en uitleg wordt niet al te veel tijd verkwist. Dit is volgens mij ook een gevolg van het onderwijs systeem waar Eveline het hierboven al over gehad heeft.

Zo, dat was lekker! Af en toe moet je gewoon even goed zeiken, dat lucht op.



Saampies thuis

Frik’s grote hobby in Nederland wordt gewoon voortgezet in Ghana; we zijn weer eens verhuisd! Met gezonde tegenzin hebben we onze riante bungalow dit weekend verlaten, om plaats te maken voor de nieuwe kinderarts. Die is hoger in rang natuurlijk, dus hop-daar-ga-je. De mannen van afdeling Onderhoud hebben echter wel goed hun best gedaan om ons nieuwe stekkie een beetje bewoonbaar te maken. Van te voren hadden we op z’n Hollands een flinke to do-list gemaakt en tot onze grote verbazing is deze punt voor punt afgewerkt. Met aangenaam resultaat. We hebben nu een kleine woonkamer en slaapkamer van elk drie bij vier voor onszelf, en delen de keuken, badkamer en toilet met een andere dokter. Deze liggen apart van het huis, dus ’s nachts is het wel even slikken als je moet plassen. Door deze constructie moeten we dus ook de keuken kunnen afsluiten als we er niet zijn (zodra we de sleutel weer hebben dan). Gelukkig is het uitzicht nog steeds prachtig, alhoewel het rustieke gevoel ’s nachts wel wat verstoord wordt door de plaatselijke, krolse kat.

Naast de kat hebben we ook onze eerste slang gezien. Zo’n echte, ongeveer anderhalve meter lang met een gespleten tong, een onbetrouwbaar karakter en onduidelijke bedoelingen. We vinden ze in de dierentuin tóch leuker. Onze Environmental Officer (Ghanees voor vuilnisman) heeft beloofd met gif te komen sprayen; daar schijnen ze niet van te houden, die gladde jongens.
Vorige maand belandden we trouwens ook nog in een spinnensafari, toen Eef de schimmelplekken in de slaapkamergordijnen aan het bestuderen was. Een van de grootste paddestoelenplaques bleek bij nader inzien wel héél veel haar te hebben en toen er ook nog een stuk of wat poten aan leken te zitten was de paniek compleet. Frik werd uit zijn bed getrommeld en moest met het angstzweet tussen de billen constateren dat meneer Tarentula toch niet onder een gemiddeld Vinexwijk koffiekopje zou passen. Noch onder een halve-liter pul… Het verhaal eindigt wat triest met een grote houten pollepel en een weeë splots. Ondanks de onvermijdelijke groengele vlek op ons karma durfden we geen risico te nemen; wat hier wel en niet giftig is, is ons nog lang niet duidelijk.
De safari die we met de ouders van Frikke gemaakt hebben, leverde minder spectaculaire beelden op. Of je moet kicken op een enorme hoop olifantenstront. Desondanks hebben Frits en Mieke het hier erg naar hun zin gehad, en was het voor ons heel fijn om ze te kunnen laten zien waar we werken en vooral ook met wie (alle handjes zijn geschud, van de General Manager tot aan de Man Die De Post Ophaalt). Wie durft er nog na deze verhalen??



Fotolegenda:
Van boven naar beneden

* Frikke op standby na tweede lekke band
* Agogo’s gevarieerde assortiment:
héél véél cassava
* Gele mutsen brigade in actie op de OK
* Chirurgie afdeling


Terug naar boven

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS

Op een kleine paddestoel…

Bij een tropisch land hoort een tropisch klimaat. Da’s op zich niet heel verassend, maar voor ons brengt dat toch nog wat onverwachte fenomenen met zich mee. Het uitzicht op de groene heuvels met bananenplanten is zeer aangenaam, dat valt niet te ontkennen, maar het vocht dat nodig is om dat plaatje zo pittoresk te houden heeft ook zijn negatieve kanten. We schimmelen! Aan alle kanten. Door de continue hoge luchtvochtigheid blijft alles steeds een beetje klam en na een aantal weken heeft dat welriekende resultaten.

Er zit schimmel op Frikke’s overhemden. Er zit schimmel op Eefs oorbellen. Er zit zo’n dikke laag witte meuk op onze bruine wandelschoenen dat het net een paar sportschoenen lijken. Er zit schimmel op al het voedsel wat langer dan een dag in huis heeft gelegen. Er zat schimmel in Friks nek en er zit schimmel op zijn buik. Eef ziet er trouwens ook wat muffer uit dan gebruikelijk. Dus we smeren elkaar elke dag gezellig in met anti-paddestoelencrème en Eef begint morgen met het slikken van Fluconazol. Het nut van de lampenfittingen die in zo’n beetje elke kast van ons huis zitten, begint ook eindelijk te dagen. ’s Avonds kunnen we nu gezellig lezen bij het schijnsel van romantisch kastlicht. En je kleren worden er ook nog eens droog van, ideaal!





Ondanks de tropische atmosfeer heeft Eef het de laatste tijd wel wat frisjes. Als het kwik onder de Siberische grens van 23 graden zakt, begint ze paniekerig te kijken en komen al snel de lange broeken en beschimmelde vestjes van de plank. De innerlijke thermostaat past zich aan, en dat gaat interessante gevolgen hebben voor ons in maart volgend jaar…


Eef op het werk

Na het werk houd ik mezelf wel warm door met dertig uitgelaten kinderen heen en weer te rennen. De voetbal en het springtouw in de aanslag. Ik heb mijn werkzaamheden uitgebreid naar de kinderafdeling en een stoffig grasveld. ‘Schipper mag ik overvaren’ mét rolstoelvariaties en “Klop, klop, wie ben ik” in het Twi, daar besluit ik tegenwoordig mijn werkdag mee. En een flinke dosis knuffels met aaien over de bol.
Op de kinderafdeling woont een grote groep kinderen met Buruli Ulcers. Dit zijn zeer grote zweren op het lichaam, die erg lastig te genezen zijn. Iedere dag medicatie, verbandverwisselingen en fysiotherapie. Deze zorg kunnen ouders uit armoedige dorpjes niet zelf bieden aan hun kinderen. Het gevolg is dat deze koters voor zeer lange tijd -enkele maanden en soms zelfs meer dan een jaar- in het ziekenhuis verblijven. Ze struinen er een beetje rond op de afdeling en hangen voor de televisie. Geen school, geen vertier. Inmiddels ben ik een beetje hun juf geworden. ’s Ochtends Engelse les, het alfabet, wiskunde en oefenen met schrijven. Sommige kinderen hebben nog nooit een potlood vastgehouden! De lessen zijn één grote chaos. Stel je een lokaal voor met dertig kinderen, in leeftijd van 2-15 jaar die allemaal de aandacht van de juf willen en dat in het Twi duidelijk maken terwijl de juf geen snars snapt van wat ze zeggen. Aan uitdagingen geen gebrek hier.



Aan het einde van de dag, na mijn HIV-AIDS programma, gaan we spelen in het park. Eén groot feest voor de kinderen. Voetballen, Memory spelen en dansen. In eerste instantie vond ik het behoorlijk lastig om activiteiten voor de kids te verzinnen. Het zijn er zóveel, ze spreken haast geen Engels en elk kind heeft zijn beperking door de wonden. De één kan niet lopen, de ander zijn armen niet gebruiken. Een hulpoproep aan vriendinnen in Nederland met kinder- en knutselervaring, leverde gelukkig veel suggesties voor activiteiten op.
Het valt me op hoe ontzettend sociaal en hulpvaardig de kinderen naar elkaar zijn. Een jongetje van een jaar of drie, Alfred, ligt al weken op bed met z’n been in een stellage waardoor hij verder niet kan bewegen of uit bed kan. Op een dag kregen de andere kinderen een voetbal. Allemaal door ‘t dolle heen. Het eerste wat ze met de bal deden, was die bij Alfred in bed leggen, zodat hij ook van de nieuwe bal kon meegenieten. Zo lief. Daar kunnen de kinderen in Nederland wat van leren. Ondertussen leer ik van de Buruli patiëntjes dat ik het werken met kinderen leuker vind dan ik gedacht had. Onverwachte stof tot nadenken…


Dr. Frik op het werk

Naast de problemen die je ook in Nederland tegen komt, zoals hoge bloeddruk, longontstekingen, griepjes en oorsmeer, is er ook meer regiogebonden ellende. Vorige week bijvoorbeeld werd er een achtjarig meisje, Abena, de eerste hulp op gedragen door haar radeloze opa. Abena was een boerendochter met vrolijke piekharen, een versleten jurkje en mooie amandelogen. Ze was door het veld van haar vader gelopen om boodschappen te doen en was plotseling in haar voet gebeten door een slang. Niet alle slangen zijn giftig hier, maar als ze het wel zijn kun je goed in de problemen raken. Er zijn giftypes die invloed hebben op de stolling van het bloed en andere die meer op het zenuwstelsel werken. Bij de eerste categorie is er kans op moeilijk controleerbare bloedingen, uit bijvoorbeeld de plek waar gebeten is, maar ook uit de neus, of uit de inwendige organen. Het tweede type gif kan voor onder andere verlamming van de ademhalingsspieren en coma zorgen. Abena had te maken met deze laatste soort.


Toen ik haar zag was ze nog geen twee uur daarvoor gebeten, maar het gif deed zijn werk al. Ze was helemaal slaperig en kon haar ogen nauwelijks open houden. Ook was ze erg misselijk en braakte ze regelmatig. Ik gaf haar anti-slangengif en andere medicijnen via een infuus en probeerde de kinderarts te bereiken. Helaas deed zijn telefoon het even niet en was hij nergens in het ziekenhuis te bekennen (later bleek dat hij ergens aan het internetten was). Toen ik terugkwam op de eerste hulp ging het nog slechter met Abena: ze was helemaal niet meer aanspreekbaar en was zelfs opgehouden met ademen. De verpleegkundigen stonden er een beetje om heen en wisten niet goed wat te doen. Toen ik haar pols controleerde was die nog nauwelijks voelbaar, dus ik begon te reanimeren. Na een aantal eindeloze minuten kwam de kinderdokter er gelukkig ook bij en hebben we samen geprobeerd haar terug te halen. Helaas hadden onze inspanningen geen effect en is Abena onder onze handen overleden.

Zo ondertussen heb ik wel wat ervaring opgedaan met patiënten die doodgaan, maar jonge kinderen waren daar gelukkig nooit bij. Het was een heftige ervaring voor me en dat beeld van haar zal ik ook nooit meer vergeten. Of de blik in de ogen van haar opa toen we hem het slechte nieuws moesten vertellen. Allemachtig.

Twee dagen erna kwam er weer een slangenmeisje! Gelukkig heeft zij het wel overleefd en gaat het goed met haar. Sindsdien kijk ik zelf ook maar extra goed uit wanneer ik door het gras loop. Alhoewel ze hier zeggen dat die lompe westerlingen zo hard stampen dat alle slangen ‘m al lang gepeerd zijn voor ze in de buurt kunnen komen. Lang leve de lompheid.

Saampies uit

Gelukkig zijn Frikke en ik allebei jarig terwijl we in Ghana zijn. Verjaardagsfeesten zijn hier namelijk een hele gebeurtenis. Afgelopen week werd de dochter van collega’s Ebenezer en Ophelia twee jaar en dat moest gevierd worden. De dag van te voren kregen we een officiële uitnodiging (a Nvitation), door Ebenzer zelfstandig op de computer getypt (zijn allereerste digitale product). De spelfouten horen er gewoon bij; ook huwelijks- en overlijdingsaankondigen staan er in het algemeen bol van.
In de krappe woon/slaap kamer van de ouders had zich al aardig wat volk verzameld. Het feest begon echter pas bij aankomst van de MC: Master of Ceremony. Collega MC Mary vervulde deze rol met elegance, geholpen door een minutieuze planning voor de hele middag. Op het uitgeprinte programma stonden onder andere de volgende ‘protocollen’: welkomstgebed, het verwelkomen van de speciale blanke gasten, het verwelkomen van de speciale Ghanese gasten, muzikale onderbreking met een dansje, het aansnijden van de cake, het dansen van de ouders, het lang-zal-ze-leven in het Engels en Twi, opnieuw een muzikaal intermezzo, “optionalspeeches van ooms, ouders, buurvrouwen en speciale blanke gasten, het dansen van de oma, het nemen van foto’s en ga zo de hele middag maar door. Voor gasten die later binnen kwamen werd het programma even onderbroken zodat dezen zich voor konden stellen door middel van een kleine dans, midden in de kamer.
Het festijn werd afgesloten met een collectief gebed van 20 minuten, waarbij iedereen tegelijk gelukswensen en smeekbeden voor zich uit prevelde. Het volume werd langzaam maar zeker opgeschroefd en tijdens het hoogtepunt stond iedereen om de beteuterde peuter heen, terwijl de aanwezige geestelijke zijn beide handen op haar hoofdje hield en luidkeels voorging in gebed. De jarige zelf vond alle aandacht een beetje teveel, maar had schik met de overvloedige cola. Na de borstvoeding wordt hier direct overgestapt naar het zoete vocht van de moeder der moeders: the Coca Cola Company. Niets nieuws onder de zon.





Fotolegenda
Van boven naar beneden:
* Paddestoelen schoenen
* Eef en een deel van de Buruli bende
* Naja Nigricollis Nigricollis (Ghanese zwartnek cobra)
* Groetjes van Naomi



Terug naar boven

NIEUWSBRIEF JULI


Mierenneuken en muggenziften

Pieterpeuterige kleintjes, snelle rode en grote, dikke, zwarte…MIEREN!! Overal duiken ze op. Mierzoet. We hebben ontdekt dat er iets grondig mis is met die uitdrukking. Zijn mieren zoete, lieve beestjes? Nee, want ze eten onze voorraadkast leeg. En als jij nu denkt: “Welnee, iets is mierzoet omdat mieren zo verzot zijn op zoete lekkernijen,” dan heb je het mis! De mieren hier houden van: pinda’s, melkpoeder, olijfolie, thee en plastic snijplanken. En van zoete lekkernijen.
Het maakt ons tot eerste klas huishoudsters. Afwassen gebeurt al terwijl we onze laatste hap brood nog wegkauwen en er blijft geen korrel suiker op de keukentafel achter. Al ons eten, dus inclusief thee en snijplanken, dient hermetisch en miervrij afgesloten bewaard te worden. In de koelkast dus, anders weten ze er nóg in te kruipen. Tupperware party’s zouden hier een gigantisch succes zijn.
Mieren trekken zich ook niets aan van het klimaat. Weer of geen weer, het is altijd mierenweer. Het regenseizoen heeft intussen zijn intrede gedaan en verfrist ons elke dag met een lekkere bui. De muggen laten zich hier tenminste wel door afschrikken. En zo blijft ons waterreservoir ook goed gevuld. We badderen, koken, drinken en wassen immers met opgepompt regenwater. Afgezien van wat mos tussen onze tanden bevalt dat uitstekend.

Ondertussen zijn we hier al aardig ingeburgerd. Als we een stukje over het ziekenhuisterrein lopen, voelen onze armen al snel zo moe als die van Maxima en Willem A. op koninginnedag. Om de paar meter word je herkend en aangesproken door een medewerker of patiënt en wordt er over en weer geïnformeerd over het welbevinden van jou, je partner, je schoonouders, het doel van je wandeling en je stoelgang. Mensen nemen echt de tijd voor het begroeten van elkaar en dat is heel prettig. Eén van de handelingen die met het groetritueel gepaard gaat, is het handen schudden - soms wel vier keer in een gesprekje -, waarna er bij het loslaten een klak klinkt door het tegen elkaar trekken van de middelvingers. Hoe harder hoe beter! Als het mislukt krijg je een beetje het gevoel alsof je net een héél slap handje aan je sollicitatie commissie hebt gegeven.
Dat wordt straks dus wel weer even wennen in de Kalverstraat. Ook wanneer je iemand de weg vraagt in bijvoorbeeld Kumasi (dat meer inwoners heeft dan Amsterdam), weet je zeker dat je er persoonlijk heen wordt gebracht of dat er een zoon of dochter als padvinder met je mee wordt gestuurd. Zie je al iemand in Utrecht een wildvreemde begeleiden van het pittoreske Hoog Catherijne naar de Dom?


Eef op het werk

Als HIV/AIDS counselor probeer ik mensen elke dag het ABC te leren. Da’s geen aap-noot-mier, maar een krachtige slogan om HIV/AIDS te voorkomen. Abstain- Be faithful- Condom use. Mensen worden geadviseerd om helemaal geen seks te hebben, trouw te zijn aan hun partner of condooms te gebruiken. Langs de kant van de weg zie je hier talloze borden die op de gevaren van HIV/AIDS wijzen en de ABC-formule is ook in het ziekenhuis overal zichtbaar. Hoewel het een protestants ziekenhuis is en mijn collega’s overtuigd christen of moslim zijn, wordt condoom gebruik actief aangemoedigd. In een plaatselijke kerk bleek het er anders aan toe te gaan.




Op een avond zijn Kingsley (de HIV/AIDS coördinator) en ik uitgenodigd om voorlichting te geven over seksuele overdraagbare aandoeningen (SOA’s) in een kerk in Agogo. De jongeren uit die kerk hebben de bijeenkomst georganiseerd. Er wordt zoals gebruikelijk begonnen met een gezamenlijk gebed, in het Twi. Enkel het “amen” begrijp ik. Kingsley maakt in zijn overtuigende presentatie gebruik van een video over SOA’s. De pussende piemels en vieze vagina’s staan op onze netvliezen gebrand. Het logische, maar doelbewust gecreëerde gevolg is dat de jongeren zich hardop gaan afvragen hoe ze zichzelf deze ellende kunnen besparen. Tijd voor het ABC. Kingsley is net bij de C aangekomen, als een kerkouderling plots te voorschijn komt en met opgeheven vinger en de bijbel in de hand naar voren stapt. Heilige geest-driftig verkondigt ze dat jongeren de weg van Jezus dienen te volgen en geen seks voor het huwelijk moeten bedrijven. Ze moeten puur blijven. Uitleggen hoe een condoom gebruikt moet worden, vindt ze dan ook niet nodig. Kingsley haakt er zowel respectvol als diplomatiek op in en beargumenteert dat er zowel een spirituele als praktische benadering tot seks bestaat. Vervolgens laat hij met behulp van een houten penis nog wel even zijn condoom afrolkunsten zien.

In het aardedonker lopen we terug naar huis. Kingsley, zelf een zeer trouwe kerkganger, baalt er van dat sommige mensen de ogen sluiten voor de realiteit. Volgens hem is het niet realistisch om te verwachten dat alle jongeren als maagd het huwelijk in gaan, dus kun je ze maar beter leren zichzelf te beschermen. In het ziekenhuis ziet hij immers dagelijks de gevolgen van deze dubbele moraal. Van de financiële vergoeding die Kingsley ontvangt voor de presentatie besluiten we een grote doos condooms te kopen om in de Counselling Unit uit te delen. Hij gaat het morgen regelen. Tot op heden geen kapotjes.


Dr. Frik op het werk

Nog niet zolang geleden is er in Ghana een nationale zorgverzekering opgezet, de National Health Insurance Scheme (NHIS). Daarvoor was vrijwel niemand verzekerd, uitgezonderd wat mensen met een lokale, particuliere verzekering. Zo’n 60% van de patiënten zit nu bij de NHIS. Men betaalt hiervoor elke maand een inkomensafhankelijke premie. Mensen uit de Core Poor groep (dat is nog erger dan de Very Poor groep) betalen niets. De weinigen die behoren tot de Very Rich, wat omschreven wordt als “Adults who are able to meet their basic needs and most of their wants”, betalen zo’n €300,- per jaar. De rest hangt hier ergens tussenin. In de praktijk blijkt echter vaak dat de €50,- per jaar die een Very Poor patiënt aan premie moet betalen, niet op te hoesten is.
In ruil voor de premie worden vrijwel alle kosten vergoed van een doktersbezoek of een ziekenhuisopname, inclusief de nodige (en beschikbare) behandeling en NHIS-lijst medicatie. Níet het ziekenhuis eten, want dat is er niet. De familie van de patiënt moet zelf wat gebakken rijst in een plastic zakje mee brengen. Bon apetit! Ook het wassen en verzorgen van patiënten gebeurd door familie; er is simpelweg geen personeel om dat te doen. Op de hele Eerste Hulp bijvoorbeeld werken maar één of twee gediplomeerde verpleegkundigen tegelijk, en meestal géén dokter.
De NHIS heeft voor een flinke verbetering in de gezondheidszorg gezorgd. Waar het op neer komt is dat ik op de poli eerst aan een patiënt moet vragen of hij of zij verzekerd is, vóórdat ik mijn behandelplan kan opschrijven. Geen verzekering betekent vaak ook geen geld om de geadviseerde medicijnen te kopen, of om opgenomen te worden. Laatst zag ik een 75-jarige vrouw die wél verzekerd was, maar die niet op controle kon komen omdat de reis naar het ziekenhuis te duur was. Dus had ze haar middelen tegen hoge bloeddruk maar een maand overgeslagen. Gedeeltelijk ligt dat ook aan gezondheidseducatie; er zijn genoeg mensen die de reis naar het ziekenhuis wel kunnen bekostigen, maar rustig een weekje of wat wachten met naar de dokter gaan als de pillenpot leeg is.



Eindelijk heb ik dan toch besloten om me het uiterlijk van een Echte Dokter aan te meten: ik ben naar de lokale herenkapper geweest. Onder het genot van een informatieve film over vrouwelijke persoonlijke hygiëne werden de tondeuse, de schaar, het scheermes en nog een keer de schaar op mijn krullenbos losgelaten. Mijn “bushy hair” is, tot groot genoegen van de zustertjes, ineens getransformeerd in een Coup de Ghana: erg kort en vooral ook kort. Zelfs de chirurgen lijken me serieuzer te nemen, want ze laten me nu ook patiënten dicht hechten, van het buikvlies tot aan de huid, wat erg tof is en ze overleven het nog ook.
Maar het is vooral ook lekker koel en snel droog na het douchen en zo lijken Eef en ik misschien wat minder op elkaar. Het schijnt namelijk dat we erg veel van elkaar weg hebben! Er hebben tenminste al meerdere mensen aan ons gevraagd of we broer en zus zijn of zelfs twins. Ik vat het maar op als een compliment.


Saampies thuis

Het is dan toch eindelijk gelukt, we hebben een ander huis! En niet zo’n beetje anders ook; het verschil in oppervlakte en uitzicht is alsof je van een flatje in Diep Diemen naar Huis ter Bosch gepromoveerd wordt. Wat moeten jullie je daarbij voorstellen? Nou, ten eerste staat er een enórme koelkast in de keuken. Zo een waar je een hele kudde geiten in kan bewaren. En da’s dus heel handig voor onze Tupperware bakjes. Maar niet alleen de koelkast is groot: we hebben nu een eetkamer, een woonkamer, een badkamer, een keuken, een voorraad-inloop-kast, een berghok, een veranda, nog een berging, een slaapkamer en…. nóg een slaapkamer. We spelen regelmatig verstoppertje met elkaar en de mieren.

Het verliep natuurlijk allemaal weer anders dan gepland. Pas op de dag dat de ouders van Eveline aankwamen in Agogo kon er verhuisd worden. En niet naar het ons beloofde huis. Dat bleek ineens, buiten de general manager om, aan een ándere dokter vergeven. Dit ontlokte ons op dat moment een kleine vloek, maar achteraf gezien is het misschien niet eens zo heel vervelend, omdat we nu de leegstaande, riante bungalow van de kinderarts mogen gebruiken. Tenminste, tot de nieuwe kinderarts begint. Wat waarschijnlijk in november is. Waar we daarna heen moeten is nog niemand duidelijk, maar tot die tijd genieten we met volle teugen.






Fotolegenda
Van boven naar beneden:
* Vader van Eveline slaat souveniers in
* Campagnebord "Reizigers, vergeet je condoom niet"
* Eveline in de Counseling Unit
* Frikke in vergadering met de general manager
* Frikke traint voor onze bungalow


Terug naar boven

NIEUWSBRIEF JUNI

Goedemorgen, mevrouw Frikke!
Het heeft eventjes geduurd, maar inmiddels hebben we onze draai in Agogo gevonden. Een flinke portie geduld, wat opgeheven wenkbrauwen, glimlachen en enige frustraties later zijn we flink aan de bak in het ziekenhuis. Malaria en Elefantiasis patiënten kennen geen geheimen meer voor dokter Frik en Eef is nu een officiële HIV/AIDS counselor. De tijd vliegt. Het mango seizoen is voorbij, ze vallen niet meer spontaan voor onze neus uit de boom. Gelukkig is het hier wel altijd bananentijd. Tenminste als het bananen vrouwtje er zin in heeft. In het hele dorp heeft maar één marktvrouwke het lumineuze idee gehad om banaantjes te verkopen. De rest is solidair met elkaar en verkoopt allemaal precies hetzelfde: tot voor kort mango’s.

In het ziekenhuis leren we onze collega’s beter kennen, alhoewel het herkennen soms ingewikkeld is omdat de vrouwen iedere twee weken radicaal van haardracht wisselen. ’s Ochtends begroeten we elkaar hartelijk (in het Twi!) en vragen ze aan Frikke waar Eveline is en andersom. Hier in Ghana gaan we door als getrouwd stel (ook al hebben we onze ‘trouw’ringen aan de verkeerde hand volgens Ghanese standaarden). Eveline wordt door sommige collega’s frappant genoeg aangesproken met “mevrouw Frikke” of zelfs “mevrouw dokter Frikke Eveline”. De man, daar draait het ‘natuurlijk’ allemaal om, de vrouw komt immers uit de rib van Adam en is niet meer dan een plezante aanvulling op het leven van de man, zo leerde we tijdens onze eerste Ghanese bruiloftsmis. Gelukkig staan de meeste vrouwen hier hun mannetje.

We moeten nog een beetje oefenen op de lokale humor, want onze grappen vallen meestal in het water. Tevens ontgaat ons vaak de lol van de Ghanese geestigheden, zodat we soms wat bedremmeld naar onze slippers staren terwijl onze collega’s minutenlang staan te schateren. Aan gelach in ieder geval geen gebrek.

Verder zijn we hard bezig met vriendjes maken. Dat valt nog niet echt mee, omdat gesprekken vaak bij de gnoetjes en kalfjes blijven steken. Vragen die we stellen om mensen beter te leren kennen worden wel (summier) beantwoord, maar er wordt nog niet echt terug gevraagd. We denken dat het hier misschien als onbeleefd wordt beschouwd om iemand veel persoonlijke vragen te stellen. Als je dit in het licht bekijkt van de gemiddelde karige behuizing en het bijbehorende gebrek aan privacy, is dit wel begrijpelijk. Ook is de aandacht met name gericht op de eigen familie. We merken dat onze huisgenoten na drie maanden wel los beginnen te komen. Een grote stap in ons integratieproces waren onze dans moves op het afscheidsfeest van de Duitse artsen. Lekker met de billen draaien en de schouders schudden had haast magische effecten. Met het compliment van de ziekenhuisdirecteur “ You can really dance!” in de broekzak, lagen we ’s avonds tevreden in ons klamme klamboe-bedje.


Eef op het werk
Het viel niet mee hier, in het begin in het ziekenhuis. Ik wilde graag aan de slag, werken en nieuwe dingen leren. Wat ik vooral leerde was geduld te hebben en af te wachten. Terwijl ik het stilletjes wachten op de spaarzame momenten dat m’n begeleiders, Kingsley en Ebenezer, tijd voor me hadden, zo lastig vond. Ondertussen was Frikke druk in de weer met z’n Duitse workaholic supervisor. Dit contrast maakte het nog lastiger. Ik besloot een pro-actieve houding aan te nemen en gewoon zelf op zoek te gaan naar dingetjes die ik kon doen.



Tijdens ons eerdere bezoek aan Ghana vorig jaar, legde Kingsley mij uit dat het HIV/AIDS programma ook samen werkt met de ontwikkelingorganisatie World Vison en maatschappelijk werkster Mercy in Agogo. Mercy, zo vertelde hij, heeft het reuze druk omdat ze als enige maatschappelijk werkster in het hele district werkzaam is. Ze zou een handje Hollandse hulp goed kunnen gebruiken. Toen ik Mercy leerde kennen, ik ontmoette haar in haar kantoor, bleek de realiteit anders. Haar kantoor lijkt meer op een vervallen ruïne, dan een instelling voor sociaal welzijn. Zij én haar assistent zitten er iedere dag te wachten op cliënten. Met veel geluk hebben ze één cliënt per week. De rest van de tijd zitten ze op hun stoel achter een leeg bureau. Door het extended family systeem in Ghana (iedereen is in een meer of mindere mate aan elkaar verwant), lossen mensen hun problemen liever zelf, binnen de familie op. De kans is anders groot dat je de opa van de neef van je moeder “aanklaagt”.

Gek genoeg bleek er in het ziekenhuis zelf geen psyco-sociale opvang voor de patiënten aanwezig. Inmiddels heb ik er voor kunnen zorgen dat Mercy elke dinsdag naar de HIV/AIDS kliniek komt en daar de patiënten begeleidt. Wat betref World Vision loopt het ook allemaal anders dan verwacht. We zijn tenslotte in Afrika. Ik ben meerdere malen naar het kantoor van de ontwikkelingsorganisatie geweest, maar iedere keer bleken mijn contactpersonen op veldbezoek of cursus te zijn. Telefonisch contact leverde vriendelijke gesprekken op, maar geen concrete werkzaamheden. Ik heb vervolgens besloten me eerst op mijn werk in het ziekenhuis te richten en in de loop van de tijd de activiteiten voor World Vision meer te gaan ontplooien.

Een doorbraak in het ziekenhuis was de HIV/AIDS counseling cursus die ik er kon volgen. Een week lang leerde ik samen met verpleegkundigen over deze ziekte en hoe je de patiënten kan begeleiden. Reuze leerzaam en nuttig. Inmiddels kan ik geheel zelfstandig als HIV/AIDS counselor werken. Dit houdt in dat de mensen die zich willen laten testen op HIV bij mij terecht kunnen. Ik informeer ze met behulp van een tolk over SOA’s, HIV en veilig vrijen, test hun bloed op HIV en bespreek de uitslag. De eerste patiënt die ik behandelde bleek seropositief te zijn, dus de vuurdoop had ik gelijk gehad. Ik verbaas me er nu over hoe vanzelfsprekend het al voor me geworden is om continu met HIV/AIDS patiënten in de weer te zijn, terwijl ik in Nederland nog nooit bewust een persoon met deze ziekte ontmoet had. De patienten die ik counsel zijn afkomstig van verschillende afdelingen in het ziekenhuis en hebben zeer wisslende culturele en medische achtergronden. Ik zie kindjes van een paar maanden oud, mannen die graag de bloemetjes buiten zetten, jonge moeders die doodziek zijn van de AIDS en stelletjes die zich voor het huwelijk willen testen op HIV.

Ik merk dat de patiënten het erg waarderen als iemand eens echt de tijd voor ze neemt en m’n collega’s zijn blij met mijn hulp. Al met al heb ik het nu veel beter naar mijn zin dan in het begin en ben ik ervan overtuigd dat er de komende tijd genoeg te doen is.


Dr. Frik op het werk
Met het vertrek van Herr Doctor Philipp is mijn rol van introducé veranderd in die van volwaardig arts op de poli. Ik kan daar nu mijn steentje bijdragen aan het leegwerken van de immer overvolle wachtruimten. Vorige week zat ik er zelfs enkele dagen als enige arts. Zo zie ik zie veel mensen per dag, maar het wordt nooit zo gestresst als het op de Eerste Hulp in Almere kon zijn. Dat ligt denk ik aan de ene kant aan het Ghanese levensritme en verwachtingspatroon van de patiënten (niemand zal klagen over een paar uur wachttijd) en aan de andere kant heb ik door de warmte gewoon een gaar hoofd waardoor de adrenaline niet al te hard gaat stromen. Veel mensen met acute problemen zijn er ook niet op de OPD (Out Patient Department of polikliniek), aangezien die meteen doorgaan naar de CD (Casualty Department) zodat het gros van de mensen komt met HPT (hypertension), DM (diabetis mellitus) of MP (malaria parasites). Ghanezen houden trouwens erg van a.f.k.o.r.t.i.n.g.e.n.

Ik geloof dat het me allemaal wel goed afgaat. De patiënten lijken in ieder geval over het algemeen tevreden; enkelen hebben zelfs al aangegeven mij als vaste dokter te willen en ook hun familieleden met problemen mee te zullen nemen! Ik mis echter wel de feedback van een specialist in complexere gevallen. Dat lijkt me een van de moeilijkheden van het werken in de tropen als arts. Frau Doctor Dorothea, Majoor in de Bundeswehr en opvolgster van Philipp is vorige week echter gearriveerd en zij heeft veel ervaring als internist en infectioloog, dus da’s mooi.

Op de chirurgie blijft het vooralsnog bij het assisteren en het af en toe dicht hechten van gapende operatiewonden . De arts-assistenten chirurgie zijn wat terughoudender in het delen van hun geheimen.

Verder zit ik elke ochtend te zweten in het ultra sound kamertje en probeer ik kop van staart te onderscheiden in die vochtige zak organen die mens heet. Binnenkort krijg ik hierin privé-les van Dorothea.


Saampies thuis
Hoera, hoera! We gaan verhuizen! Eind juni zullen we ons studentenkamertje inruilen voor een vier kamer appartementje, met uitzicht op de vallei. Frikke en ik doorstaan de relatietest op de vierkante milimeter in ons huidige kamertje met vlag en wimpel, maar wat meer leefruimte is erg welkom. Het appartement verdient eerst een gigantische poetsbeurt, de muggenlijkjes hebben zich behoorlijk opgestapeld, maar dan gaan we er ook voor. De dag na de verhuizing komen bovendien de ouders van Eveline al op bezoek. Hopelijk kunnen zij ons van onze verslaving afhelpen, want we zijn LOST. We hebben een cd van deze knetter spannende tv serie op de kop getikt en zitten nu elke avond aan het laptop scherm gekluisterd. Van het ouderwetse brieven schrijven naar het thuisfront komt niets meer terecht. Het emailen is ook drastisch in frequentie gedaald sinds het internetnetwerk van het ziekenhuis niet meer functioneert.

De gezondheid laat niets te wensen over; geen klaplong of luizen dit keer. Onze uitwerpselen worden regelmatig door bevriende laboratorium collega’s uitgeplozen, wat tot nu toe redelijk geruststellende resultaten oplevert. Al vond Eveline’s maag het vijf dagen lang verteren van cassave-mais ballen geweekt in geitensoep tijdens de HIV/AIDS workshop, iets teveel van het goede.

Onze weekend bezigheden hebben zich van het tweewekelijks boodschappen doen in een Echte Supermarkt, ook uitgebreid naar veldbezoeken aan Ghanese microflora zoals de naburige vlindertuin en een cacao plantage. Kan ons leven nóg spannender worden?





Fotolegenda
Van boven naar beneden:
* Bruiloft Juliet&Maxwell

* Ballerina Eef met woudreus

* HIV/AIDS counselling workshop

* Frik op zoek naar medische supervisie

* Eef en haar cacaoboon imitatie




Terug naar boven

NIEUWSBRIEF APRIL

Let's go Agogo!

En daar stonden we dan. Bij de ingang van het Presbyterian Hospital in Agogo, ons thuis voor het komende jaar. Zwaar beladen met onze rugzakken, koffers en muziekinstrumenten keken we elkaar glimlachend aan. Het voelde vreemd vertrouwd aan.
Vertrouwd, omdat er niet veel was veranderd in de zes maanden die verstreken waren na ons eerste bezoek hier. De bewaker bij de poort herkende ons nog (of verwarde ons met een andere obroni (blanke)) en de hoofdweg op het ziekenhuis terrein wordt nog steeds omgeven door prachtige torenhoge palmbomen.
Vreemd, omdat we hier nu gaan wonen en werken. Echt aan de slag dus.


Allereerst hebben we ons gemeld bij meneer Mensah, de directeur. Na een warm welkom kregen we de trieste mededeling dat het ons beloofde huis niet beschikbaar was. Voorlopig zitten we in een kamer in de studentenflat (zie vooral ook onze april column op de website voor dit prachtig Afrikaans getinte verhaal). Daar zijn we begonnen met inburgeren. Onze Ghanese huisgenoten laten zien hoe je hier eerst de kiezels uit de rijst wast, alvorens deze te koken en dat je avondeten het beste smaakt als de televisie ondertussen met groot volume de meest duffe soapseries over je heen schelt. Onze basiskennis van het Twi, de lokaal gesproken traditionele taal, breidt zich uit met termen als ‘heet water’, ‘uien’ en ‘coca cola’. Volgende week gaan we ons Twi vakjargon uitbreiden tijdens een week taalcursus aangeboden door het ziekenhuis. De taal & cultuur school in een naburig dorp wordt opmerkelijk genoeg gerund door een stel Hollanders, namelijk de ouders van een collega van Frikke uit het Flevoziekenhuis. Hopelijk krijgen we ook een paar stroopwafels bij de fufu.

Eef op het werk
Op de ochtend van mijn eerste werkdag voelde ik me nogal onwennig. “Wat ga ik vandaag nou precies doen?”, vroeg ik mezelf af. De dag ervoor had ik meerdere malen gepoogd de coördinator van het HIV/AIDS programma te spreken, maar deze schoof de afspraak telkens naar een andere tijdstip. De coördinator, meneer Kingsley draait namelijk de hele dag poli en het aantal patiënten wat hij op een dag moet behandelen is enorm. Druk, druk dus. De volgende ochtend vroeg wist ik Kingsley te strikken voordat de poli begon. Hij liet me de ruimte zien waar patiënten komen voor de HIV tests en hun eventuele behandeling. Het is een donker kamertje met een bureau vol met stapels papier, patiëntendossiers en een grote lege kast. Er hangt een campagneposter aan de muur met een foto van twee mannen. Bij de eerste vrolijk kijkende man staat ‘Deze man is advocaat, houdt van reggae en is HIV positief’. De tweede man kijkt eveneens goedlachs voor zich uit en wordt omschreven met ‘Deze man is leraar, eet graag fufu en is HIV negatief’. Ondanks dergelijke overheidscampagnes om de stigmatisering van HIV/AIDS patiënten aan te pakken, worden veel seropositieve vrouwen door de gemeenschap als prostituees aangemerkt en de mannen als rokkenjagers. Op het bureau prijkt een gloednieuwe computer, maar niemand van het HIV/AIDS team weet er mee om te gaan.

Wie er overigens precies bij dat HIV/AIDS team horen is me nog steeds niet helemaal duidelijk. Ik loop inmiddels iedere dag mee met Ebenezer, een verpleegkundige die op verschillende afdelingen in het ziekenhuis mensen test op HIV. Als HIV/AIDS counselor bereidt hij mensen voor op de test, voert deze uit en bespreekt de uiteindelijke uitslag met de patiënt. De meeste testen zijn negatief, wat hem een welgemeend “congratulations!” ontlokt. Bij een HIV positieve test wordt er nog een tweede gedaan, dit maal mbv speeksel ipv bloed. Bevestigt deze de eerste test, dan volgt er een slecht nieuws gesprek.
Over het algemeen reageren mensen erg gelaten op het nieuws. Ebenezer legt de mensen uit wat het betekent om seropositief te zijn en wat de consequenties voor de toekomst zijn. Het virus tast het immuunsysteem aan, waardoor het lichaam zich steeds slechter kan verdedigen tegen bacteriën, virussen en andere ziekteverwerkers. Mensen met HIV krijgen dan ook veelal te maken met tuberculose, longontsteking en SOA’s. Ze kunnen echter jarenlang zonder enige ziekteverschijnselen leven, zeker als er op tijd met anti retrovirale therapie (ART) wordt begonnen. Sinds januari van dit jaar verstrekt de Ghanese overheid deze medicatie gratis. Dit betekent een gigantische sprong vooruit in de prognose. Iedereen die positief getest is, wordt doorverwezen naar het laboratorium voor een uitgebreid onderzoek naar de staat van het immuunsysteem en naar de wekelijkse HIV/AIDS poli om een arts te zien. Maar daarover meer in de volgende nieuwsbrief.

Al met al is het nog behoorlijk de kat uit de bananenboom kijken. Wie doet nou wat, waar en wanneer? Ik vind het soms best lastig dat ik nog niet echt ‘iets’ kan doen. Na een hele dag meelopen, observeren en indrukken opdoen voel ik me moe, maar niet echt voldaan. Tegelijkertijd besef ik dat ik het gewoon de tijd moet geven. Het HIV/AIDS programma is niet zo gestructureerd als het op papier lijkt en het zal even duren voordat het ongestructureerde structuur voor mij zal worden. Inmiddels begin ik wel wat meer ‘gaten’ te zien, ofwel activiteiten die ik zou kunnen gaan ontplooien. Het is al weer eeuwen geleden dat er iets aan HIV/AIDS voorlichting op scholen is gedaan. Daarnaast ben ik gebombardeerd tot computerexpert. Aanvankelijk voelde ik me er ongemakkelijk bij (wat weet ik nou van computers?), maar inderdaad, ik ben hier een heuse whizzkid. Vandaag aan Ebenezer het verschil uitgelegd tussen email en een website. Op zijn verzoek gaan we de patiënten ook op de computer registeren. Morgen maar eens een beginnetje maken….

Ondertussen vul ik de rest van mijn dag met bloeddruk metingen en muurschilderingen maken op de kinderafdeling. Ook ben ik een ochtend mee geweest met mensen van de Primary Health Care Unit, die zeer afgelegen dorpjes bezoeken om basale gezondheidszorg te leveren en kinderen te wegen en te vaccineren. Drie uur rammelen in een jeep werd beloond met een sappige papaya met de dorps-chief.





Dr. Frik op het werk
Ik voel me eigenlijk weer een beetje co-assistent zo de eerste weken. Het is vooral veel meekijken hoe alles werkt en mijn hoofd volproppen met kennis over allerlei wormen (wie weet het verschil (nog) tussen filariasis, onchocerciasis, schistozomiasis en C. Elegans?). Ook hoor ik dr. Philipp-de-Duitse-legerarts graag uit. Hij is al een tijdje bezig met de Germaanse tropenopleiding en heeft reeds flinke internistische en wormenistische kennis opgedaan. Daarnaast zit hij vol nuttige tips, omdat hij met een zelfde Noord-Europese invalshoek als ik opgescheept zit. Ik moet zeggen dat hij er nog steeds relaxt uit ziet na bijna een jaar werken hier, dus dat geeft de burgerman moed. Er zijn wel een aantal dingen waar hij gefrustreerd van geraakt is (met name de voor ons chaotisch aandoende organisatie en bepaalde ideeën over het nakomen van afspraken), maar dat zullen Ghanezen die in Nederland gaan wonen ook wel hebben.

Mijn Afrikaanse collega’s komen kundig over met een gedegen basiskennis (uitgebreider dan die van mij) en zijn behoorlijk all-round. Dat moet ook wel, want als ze in een districtsziekenhuis komen te werken staan ze er vaak alleen voor. De mogelijkheden hier zijn nu eenmaal beperkt en dan heb ik het nog erg goed getroffen in Agogo. Er is een algemene afdeling, een chirurgische, een kinderafdeling, een obstetrische (voor de zwangeren), en een –jawel!- Eerste Hulp. De eerste dag kon ik daar meteen mijn waarde bewijzen door een reanimatie te leiden. Wat nog niet mee valt als je collega’s eerst van een andere afdeling een beademingsballon en wat adrenaline moeten gaan halen… Ook op de OK kon ik gelijk aan de slag met een stervende, nadat ik enkele ogenblikken met gekromde tenen de lokale reanimatietechnieken had gadegeslagen. Ze krijgen hierin dan ook weinig tot geen praktisch onderwijs; misschien dat ik daar later nog nuttig in kan blijken. Tot slot is er is zowaar ook een Intensive Care Unit, maar volgens Philipp zijn je patiënten een stuk veiliger op je eigen afdeling.

Ik heb het nu zo geregeld dat ik woensdag en vrijdag op de OK assisteer en de rest van de week met algemene dingen meeloop. Dat houdt in huisartsen/interne/tropenpoli doen (waarbij ik mijn eigen patiënten begin te zien), echo’s van de buik leren maken, HIV spreekuur houden en met sexy mondkap het TB-gebouw bestormen. Daar worden de mensen met open tuberculose voor minimaal twee maanden ‘opgesloten’ voor behandeling. Dit wordt in de praktijk niet zo heel streng nageleefd, want ik kom regelmatig vrolijk zwaaiende en uitbundig rochelende TB’ers tegen op allerlei andere plekken.

Al met al zijn het vermoeiende dagen, maar ik heb het erg naar mijn zin.

Saampies thuis
Hard werken maakt hongerig. Even naar de Appie en een Allerhande maaltijd koken is er niet bij. In Agogo zijn allerlei kleine winkeltjes met wat basale levensmiddelen. Gelukkig verkopen ze allemaal precies hetzelfde, dus je hoeft nergens over te dubben. Onze keuze vrijheden worden iets vergroot op de wekelijkse markt, waar wat verse groentes te vinden zijn. Met een uurtje shoppen ben je dan drie zachte wortels, een giga aardappel en een kilo bananen rijker. Wonderbaarlijk genoeg hebben we de afgelopen weken toch elke avond een ander potje kunnen koken. De zelfgemaakte pindakaas leent zich uitstekend als basis voor satésaus…Van de week hebben we ons uitgeleefd in een heuse ‘super’markt in Kumasi. Een grote stad hier dik twee uur vandaan. Ofwel even vanuit Utrecht naar Groningen op en neer om ons te verlekkeren aan vloeibare melk, jam en Lachende Koe Kaas.



Ons bezoekadres (postduiven mogen ook):

Dr. Frikke en Eveline
Agogo Presbyterian Hospital
PO Box 27
Agogo Ashanti/Akim
Ghana

Fotolegenda:
van boven naar beneden
* Eef in onze riante woning
* Dorpsplein van Afrisere, bezocht met PHC Unit
* Kindje in boomweegschaal
* Dr. Philipp en verpleegkundige op de TB afdeling
* Longfoto TB patiënt
* Frik & Eef aan zee

Terug naar boven

SPONSORS

Wij willen iedereen die ons gesteund heeft of nog gaat steunen ontzettend bedanken voor de hulp, zowel voor alle kleine als grote donaties. Dankzij vrienden, familie, particulieren en bedrijven kunnen wij dit avontuur aangaan en een groep Ghanezen een helpende hand toesteken. DANK!!

Bijzondere dank zijn wij verschuldigd aan:
- Pluspunt Individu
- Aad & Gemma Bontje / http://www.elbon.nl/
- Frits & Mieke van Eck
- Tine Duijf & Linda + SEH van het Flevoziekenhuis
- Annerieke Heuvelink
- Rotaryclub de Bilt-Bilthoven / http://www.rotarydbb.nl/
- Gert Franke / http://www.ludesign.nl/
- Sander Bontje / http://www.phrog.nl/
- Familie Verdam
- Els en Theo Ockhuijzen
- Ko Grooteman
- Serrie Kamerling
- Niko Persoon
- Arnold Nieuwpoort + personeel van Rabo Rijnstreek
- Ed & Lenie Weers / http://www.delotusvancairo.nl/
- Joris van Driel + kinderartsen Flevoziekenhuis
- Frans Nijpels
- Repro centre de Bilt / http://www.reprodebilt.nl/
- De specialisten van het Flevoziekenhuis
- Apotheek Eerste van Swindenstraat /
http://www.vanswindenapotheek.nl/
- Lowie Kopie / http://www.lowiekopie.nl/
- Jan Boomsma
- Theo en Els Okhuijsen
- Robertino, Amsterdam
- Maame Ceci Textiel, Javastraat Amsterdam
- Basnoe Travel, 1e van Swindenstraat Amsterdam
- Seceroglu Market, 1e van Swindenstr Amsterdam
- Mesi Wo Hemaa Foods, Dapperplein Amsterdam
- Gusto Giusto de Bilt / http://www.gustogiusto.nl/
- Hessen Apotheek, De Bilt
- Stichting AfriCulture / http://www.africulture.net/











Financiele bijdragen kunt u storten op banknummer 52.32.59.123, tnv F. van Eck te Amsterdam, ovv sponsoring Ghana + eventueel uw bedrijfsnaam.



Terug naar boven